ECLI:NL:RBDHA:2024:8214
Rechtbank Den Haag
- Vereenvoudigde behandeling
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid beroep tegen niet tijdig beslissen op asielaanvraag met proceskostenveroordeling
In deze zaak heeft eiser op 28 februari 2024 beroep ingesteld tegen het niet tijdig beslissen op zijn asielaanvraag, die op 19 september 2022 was ingediend. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft op 17 april 2024 de asielaanvraag van eiser ingewilligd. De rechtbank heeft eiser op 18 april 2024 verzocht om binnen twee weken te reageren op de inwilligende beslissing, maar eiser heeft geen reactie gegeven.
De rechtbank heeft besloten om partijen niet uit te nodigen voor een zitting, omdat dit op grond van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) niet nodig is. Aangezien de staatssecretaris al een besluit heeft genomen op de asielaanvraag, heeft eiser geen belang meer bij zijn beroep tegen het niet tijdig nemen van een besluit. De rechtbank concludeert dat het beroep niet-ontvankelijk is, omdat eiser desgevraagd geen reactie heeft gegeven op het alsnog genomen besluit.
Desondanks heeft de rechtbank geoordeeld dat eiser recht heeft op een vergoeding van de proceskosten. De staatssecretaris heeft erkend dat hij niet tijdig op de asielaanvraag heeft beslist en dat eiser een geldige ingebrekestelling heeft verstuurd. De rechtbank heeft de proceskostenvergoeding vastgesteld op € 437,50, gebaseerd op de ingediende beroepschrift en de geldende tarieven.
De rechtbank heeft in haar beslissing het beroep niet-ontvankelijk verklaard en de staatssecretaris veroordeeld tot betaling van de proceskosten aan eiser. Deze uitspraak is gedaan door mr. A.G.D. Overmars, rechter, en openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl.