In deze zaak hebben eisers, allen van Syrische nationaliteit, op 13 april 2023 een aanvraag ingediend voor een machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) om als familie- of gezinslid bij een referent in Nederland te verblijven. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft echter niet tijdig op deze aanvraag beslist. Eisers hebben de staatssecretaris op 27 oktober 2023 in gebreke gesteld wegens het uitblijven van een beslissing en hebben op 15 november 2023 beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit. De staatssecretaris heeft geen verweerschrift ingediend, waardoor de rechtbank zonder zitting uitspraak doet op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
De rechtbank oordeelt dat de staatssecretaris niet binnen de wettelijk vereiste termijn van 90 dagen heeft beslist op de aanvraag, en dat eisers rechtsgeldig in gebreke zijn gesteld. De rechtbank verklaart het beroep gegrond en draagt de staatssecretaris op om binnen acht weken na de uitspraak alsnog een besluit te nemen. Tevens wordt de staatssecretaris veroordeeld tot het betalen van een dwangsom van € 100,- per dag voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 7.500,-. Daarnaast moet de staatssecretaris het door eisers betaalde griffierecht en de proceskosten vergoeden.
De uitspraak is gedaan door mr. A.G.D. Overmars, in aanwezigheid van griffier M.A. Postma, en is openbaar gemaakt op rechtspraak.nl. Eisers hebben de mogelijkheid om binnen zes weken na de uitspraak een verzetschrift in te dienen als zij het niet eens zijn met de uitspraak.