ECLI:NL:RBDHA:2024:8345
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep tegen uitblijven besluit asielaanvraag
In deze zaak heeft eiser op 19 februari 2024 beroep ingesteld tegen het niet-tijdig beslissen op zijn asielaanvraag, die op 16 juli 2023 was ingediend. De rechtbank, zittende in Middelburg, heeft op basis van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting. De wettelijke beslistermijn voor de asielaanvraag van eiser eindigde op 16 januari 2024, maar de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft deze termijn verlengd met negen maanden door de inwerkingtreding van de WBV 2023/3. Hierdoor eindigt de beslistermijn pas op 16 oktober 2024. De rechtbank heeft eerder geoordeeld dat de verlenging van de beslistermijn rechtsgeldig is, en ziet geen reden om van dit oordeel af te wijken in deze zaak.
De rechtbank concludeert dat de ingebrekestelling van eiser, die op 17 januari 2024 was ingediend, prematuur was, omdat de beslistermijn op dat moment nog niet was verstreken. Dit leidt tot de niet-ontvankelijkheid van het beroep van eiser tegen het uitblijven van een besluit op zijn asielaanvraag. De rechtbank heeft ook geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door rechter A.C.J. van Dooijeweert, in aanwezigheid van griffier S.A. Sewratan, en is openbaar gemaakt via geanonimiseerde publicatie op de website van de rechtspraak.