ECLI:NL:RBDHA:2024:8451
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van uitstel van vertrek op basis van medische toegankelijkheid in Nigeria
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 3 juni 2024, wordt het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn aanvraag voor uitstel van vertrek beoordeeld. Eiser, afkomstig uit Nigeria, had verzocht om uitstel op basis van artikel 64 van de Vreemdelingenwet 2000, omdat hij stelde dat de medische zorg in Nigeria voor hem feitelijk niet toegankelijk is. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid had deze aanvraag afgewezen, en eiser ging hiertegen in beroep.
De rechtbank oordeelt dat eiser niet aannemelijk heeft gemaakt dat de medische zorg in Nigeria om financiële redenen niet toegankelijk is. Eiser had geen bewijs geleverd van de kosten van de benodigde behandeling en zijn stelling dat zijn familie hem niet kan ondersteunen, was niet onderbouwd. De rechtbank concludeert dat de staatssecretaris terecht heeft geoordeeld dat er geen reden was om af te wijken van de afwijzing van het verzoek om uitstel van vertrek.
Daarnaast werd door eiser aangevoerd dat hij in de bezwaarfase gehoord had moeten worden. De rechtbank stelt vast dat de staatssecretaris in dit geval kon afzien van het horen, omdat het bezwaar kennelijk ongegrond was. Eiser had geen nieuwe feiten of omstandigheden aangevoerd die de afwijzing konden rechtvaardigen. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, wat betekent dat eiser geen gelijk krijgt en geen vergoeding van proceskosten ontvangt.