In deze beschikking van de kinderrechter van de Rechtbank Den Haag, gedateerd 11 april 2024, wordt een ondertoezichtstelling en machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige, geboren in 2013, behandeld. De zaak betreft de Raad voor de Kinderbescherming, die verzoekt om de ondertoezichtstelling van de minderjarige voor de duur van een jaar en een machtiging tot uithuisplaatsing voor zes maanden. De kinderrechter heeft de mondelinge behandeling op 11 april 2024 gehouden, waarbij de stiefvader van de minderjarige, zijn advocaat, en vertegenwoordigers van de Raad en een gecertificeerde instelling aanwezig waren.
De minderjarige heeft in zijn jonge leven al veel ingrijpende gebeurtenissen meegemaakt, waaronder het overlijden van zijn moeder. Hij vertoont complexe gedragsproblemen, waaronder seksueel grensoverschrijdend gedrag, en heeft intensieve begeleiding nodig. De kinderrechter oordeelt dat de minderjarige ernstig in zijn ontwikkeling wordt bedreigd en dat de huidige situatie bij de Veerkracht niet voldoet aan zijn behoeften. De kinderrechter is van mening dat de samenwerking tussen hulpverleners cruciaal is voor de ontwikkeling van de minderjarige en dat hij voorlopig uithuisgeplaatst moet blijven.
De kinderrechter heeft besloten de minderjarige onder toezicht te stellen van Stichting Jeugdbescherming West Haaglanden en verleent een machtiging tot uithuisplaatsing in een accommodatie van een jeugdhulpaanbieder. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en de kinderrechter heeft het belang van de minderjarige vooropgesteld in haar beslissing.