ECLI:NL:RBDHA:2024:8624
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet-tijdig beslissen op asielaanvraag en rechtsgeldige verlenging beslistermijn
In deze zaak heeft eiser op 26 februari 2024 beroep ingesteld tegen het niet-tijdig beslissen op zijn asielaanvraag, die op 5 augustus 2023 was ingediend. De rechtbank, zittende in Middelburg, heeft op basis van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting. De wettelijke beslistermijn van zes maanden voor de asielaanvraag van eiser eindigde op 5 februari 2024. Echter, de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft de beslistermijn verlengd met negen maanden door de inwerkingtreding van de WBV 2023/3, waardoor de nieuwe einddatum op 5 november 2024 ligt. De rechtbank heeft eerder geoordeeld dat deze verlenging rechtsgeldig was, en er was geen reden om van dit oordeel af te wijken in deze zaak.
De rechtbank concludeert dat op het moment van de ingebrekestelling op 8 februari 2024 de beslistermijn nog niet was verstreken. Hierdoor was de ingebrekestelling prematuur en is het beroep van eiser tegen het uitblijven van een besluit op zijn asielaanvraag niet-ontvankelijk verklaard. De rechtbank heeft ook geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. A.C.J. van Dooijeweert, in aanwezigheid van griffier N.A. D’Hoore, en is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl.