ECLI:NL:RBDHA:2024:8639

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
29 mei 2024
Publicatiedatum
5 juni 2024
Zaaknummer
NL23.28763
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om voorlopige voorziening in bestuursrechtelijke zaak betreffende tijdelijke bescherming

In deze zaak heeft verzoeker beroep ingesteld tegen het besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid van 22 augustus 2023, waarin het recht op tijdelijke bescherming, zoals bedoeld in richtlijn 2001/55/EG, met ingang van 4 september 2023 wordt beëindigd. Verzoeker heeft de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen. Op 27 februari 2024 heeft de staatssecretaris aangekondigd het bestreden besluit te willen intrekken, maar er waren twee beroepen ingesteld door verschillende gemachtigden. De gemachtigde van verzoeker heeft op 29 februari 2024 het beroep in zaak NL23.28762 ingetrokken. Nadat de staatssecretaris het bestreden besluit heeft ingetrokken, zijn in de andere beroepszaak zowel het beroep als het verzoek om een voorlopige voorziening ingetrokken.

De voorzieningenrechter heeft uitspraak gedaan zonder zitting op basis van artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De beoordeling van de voorzieningenrechter is als volgt: op grond van artikel 8:81, eerste lid, van de Awb kan de voorzieningenrechter een voorlopige voorziening treffen indien tegen een besluit bij de rechtbank beroep is ingesteld of bezwaar is gemaakt. Aangezien eiser het beroep tegen het bestreden besluit heeft ingetrokken, is er geen beroep meer aanhangig, waardoor het verzoek kennelijk niet-ontvankelijk is. Er bestaat geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.

De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening niet-ontvankelijk verklaard. Deze uitspraak is gedaan door mr. M.L. Weerkamp, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. S.S. van der Velde, griffier, en is openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: NL23.28763

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[verzoeker] , verzoeker,

V-nummer: [V-nummer]
(gemachtigde: mr. R.H.T. van Boxmeer),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.

Procesverloop

Verzoeker heeft beroep ingesteld tegen het besluit van de staatssecretaris van 22 augustus 2023 (het bestreden besluit), waarmee eisers recht op tijdelijke bescherming als bedoeld in richtlijn 2001/55/EG met ingang van 4 september 2023 wordt beëindigd. Hij heeft daarbij de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
Op 27 februari 2024 heeft de staatssecretaris aangekondigd het bestreden besluit te willen intrekken, maar heeft vastgesteld dat er twee beroepen waren ingesteld door twee verschillende gemachtigden.
Gemachtigde van verzoeker heeft op 29 februari 2024 het beroep in zaak NL23.28762 ingetrokken. Nadat de staatssecretaris, zoals aangekondigd het bestreden besluit heeft ingetrokken, zijn in de andere beroepszaak zowel het beroep als het verzoek om een voorlopige voorziening ingetrokken.
De voorzieningenrechter doet uitspraak zonder zitting op grond van artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).

Beoordeling door de voorzieningenrechter

1. Op grond van artikel 8:81, eerste lid, van de Awb kan de voorzieningenrechter van de rechtbank een voorlopige voorziening treffen indien tegen een besluit bij de rechtbank beroep is ingesteld dan wel, voorafgaand aan een mogelijk beroep bij de rechtbank, bezwaar is gemaakt of administratief beroep is ingesteld.
2. Aangezien eiser het beroep tegen het bestreden besluit heeft ingetrokken, is er geen beroep meer aanhangig. Het verzoek is kennelijk niet-ontvankelijk.
3. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter verklaart het verzoek om een voorlopige voorziening niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M.L. Weerkamp, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. S.S. van der Velde, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.