AI samenvatting door Lexboost • Automatisch gegenereerd
Afwijzing asielaanvraag en inreisverbod van Algerijnse eiser door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Den Haag het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn asielaanvraag door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Eiser, die op 13 januari 2024 een aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel indiende, kreeg op 8 maart 2024 te horen dat zijn aanvraag kennelijk ongegrond was. De rechtbank behandelt het beroep op 22 april 2024, maar eiser en zijn gemachtigde verschijnen niet. De rechtbank concludeert dat de staatssecretaris zich terecht heeft gebaseerd op de verklaringen van eiser tijdens het nader gehoor, ondanks dat eiser niet op een medisch onderzoek is verschenen. De rechtbank oordeelt dat de staatssecretaris de identiteit van eiser terecht ongeloofwaardig achtte, omdat eiser tegenstrijdige verklaringen heeft afgelegd en zijn identiteit niet met documenten heeft aangetoond. Eiser heeft niet aannemelijk gemaakt dat hij bij terugkeer naar Algerije gegronde vrees heeft voor vervolging of een reëel risico loopt op ernstige schade. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de afwijzing van de asielaanvraag en het opgelegde inreisverbod.
Voetnoten
1.Zaak NL24.10313.
3.Zie het verslag van het aanmeldgehoor van 29 januari 2024, p. 11.
4.Zie het verslag van het nader gehoor van 4 maart 2024, p. 3.
5.Zie het verslag van het nader gehoor van 4 maart 2024, p. 11.
6.Dat staat in artikel 3.114, tweede en derde lid, van het Vreemdelingenbesluit 2000 (Vb 2000).
7.Dat staat in artikel 3.114, vijfde lid, van het Vb 2000.
8.Zie het proces-verbaal van verhoor van 13 januari 2024, p. 2.
9.Zie het verslag van het aanmeldgehoor van 29 januari 2024, p. 3-4.
10.Zie het verslag van het nader gehoor van 4 maart 2024, p. 4-5.
11.De staatssecretaris wijst op WI 2014/10.
12.Zie het verslag van het nader gehoor van 6 maart 2024, p. 9.
13.Dat staat in artikel 66a, eerste lid en onder a, van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw 2000), gelezen in samenhang met artikel 45 van de Vw 2000 en artikel 62, tweede lid, van de Vw 2000.
14.Zie artikel 66a, achtste lid, van de Vw 2000.