ECLI:NL:RBDHA:2024:8803
Rechtbank Den Haag
- Proces-verbaal
- Rechtspraak.nl
Parkeerbelasting en maximale aanmeldduur in geschil
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Den Haag, is het beroep van de belanghebbende ongegrond verklaard met betrekking tot een naheffingsaanslag parkeerbelasting. De belanghebbende had bezwaar gemaakt tegen de uitspraak van de heffingsambtenaar van de gemeente Den Haag, die op 8 mei 2023 de naheffingsaanslag had opgelegd. De zitting vond plaats op 14 mei 2024, waar de belanghebbende werd vertegenwoordigd door J. Pablo en de gemeente door mr. L.S. Veenstra. De rechtbank oordeelde dat de auto van de belanghebbende op 15 februari 2023 langer dan de toegestane 120 minuten geparkeerd stond op een aangewezen parkeerplaats. De rechtbank stelde vast dat de belanghebbende geen verzoek had gedaan om te worden gehoord, waardoor het hoorrecht niet was geschonden. De rechtbank concludeerde dat de naheffingsaanslag terecht was opgelegd, omdat de belanghebbende na de maximale aanmeldduur van 120 minuten geen nieuwe aanmelding had gedaan. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 28 mei 2024.