Op 11 juni 2024 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak SGR 24/536, waarin eiser beroep heeft ingesteld tegen het besluit van de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen. Eiser had bezwaar gemaakt tegen een Plan van aanpak dat was opgesteld in het kader van zijn re-integratie na ziekte. De rechtbank oordeelde dat het Plan van aanpak geen besluit is in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), omdat het geen nadere concretisering van rechten of verplichtingen voor eiser bevatte. De rechtbank stelde vast dat de afspraken in het Plan van aanpak niet leiden tot zelfstandige rechtsgevolgen en dat verweerder het bezwaar van eiser tegen het Plan van aanpak niet-ontvankelijk had moeten verklaren.
De rechtbank heeft de feiten van de zaak uiteengezet, waaronder de ziekmelding van eiser op 10 mei 2023 en de daaropvolgende afspraken met de re-integratiebegeleider. Eiser had zich niet akkoord verklaard met het Plan van aanpak en verzocht om een onafhankelijk psychiatrisch onderzoek. De rechtbank concludeerde dat de afspraken in het Plan van aanpak niet voldoende concreet waren om als besluit te kwalificeren. Hierdoor was het beroep gegrond en werd het bestreden besluit vernietigd. De rechtbank bepaalde dat deze uitspraak in de plaats treedt van het vernietigde besluit en dat verweerder het griffierecht aan eiser moet vergoeden. Er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd, aangezien de gemachtigde van eiser geen beroepsmatige rechtsbijstand verleende.