ECLI:NL:RBDHA:2024:9031

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
11 juni 2024
Publicatiedatum
11 juni 2024
Zaaknummer
C/09/663473/JE RK 24-531
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van ondertoezichtstelling en machtiging gesloten jeugdhulp voor minderjarige

In deze zaak heeft de kinderrechter op 14 mei 2024 een beschikking gegeven over de verlenging van de ondertoezichtstelling en de machtiging tot gesloten jeugdhulp voor een minderjarige, hierna te noemen [minderjarige]. De kinderrechter heeft vastgesteld dat [minderjarige], geboren op [geboortedag] 2010, sinds zijn laatste lagere schooljaren niet naar school is gegaan en ernstige gedragsproblemen vertoont. De moeder van [minderjarige] is belast met het ouderlijk gezag, maar heeft moeite om hem te motiveren en te begrenzen. De kinderrechter heeft eerder al maatregelen genomen, waaronder een ondertoezichtstelling en een machtiging tot uithuisplaatsing in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp. De gecertificeerde instelling, William Schrikker Stichting Jeugdbescherming, heeft verzocht om verlenging van de ondertoezichtstelling en een nieuwe machtiging voor gesloten jeugdhulp voor zes maanden. Tijdens de mondelinge behandeling op 14 mei 2024 is gebleken dat [minderjarige] zich positief ontwikkelt binnen de structuur van de jeugdzorginstelling, waar hij weer onderwijs volgt en aan zijn ontwikkeling werkt. De kinderrechter heeft de zorgen over zijn ontwikkeling en opvoedingsproblemen bevestigd en oordeelt dat jeugdhulp noodzakelijk is. De kinderrechter heeft besloten de ondertoezichtstelling te verlengen tot 17 mei 2025 en de machtiging voor gesloten jeugdhulp te verlenen van 17 mei 2024 tot 17 november 2024. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en de kinderrechter heeft een persoonlijke brief aan [minderjarige] geschreven om hem te motiveren en te ondersteunen in zijn ontwikkeling.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Familie- en Jeugdrecht
Zaaknummer: C/09/663473 / JE RK 24-531
Datum uitspraak: 14 mei 2024
Beschikking van de kinderrechter over een machtiging gesloten jeugdhulp en verlenging ondertoezichtstelling
in de zaak van
William Schrikker Stichting Jeugdbescherming,
hierna te noemen de gecertificeerde instelling,
over
[minderjarige], geboren op [geboortedag] 2010 in [geboorteplaats] ,
hierna te noemen [minderjarige] ,
advocaat mr. mr. H.W. van Eeuwijk te Den Haag.
De kinderrechter merkt als belanghebbende aan:
[de moeder],
hierna te noemen de moeder,
wonende in [woonplaats] .

1.Het verloop van de procedure

1.1.
De kinderrechter neemt de volgende stukken mee in haar beoordeling:
  • het verzoekschrift met bijlagen, ontvangen op 22 maart 2024;
  • de instemmingsverklaring van 15 april 2024 van een gedragswetenschapper als bedoeld in artikel 6.1.2, zesde lid, van de Jeugdwet, die [minderjarige] met het oog daarop kort tevoren heeft onderzocht.
1.2
De mondelinge behandeling met gesloten deuren heeft plaatsgevonden op 14 mei 2024. Daarbij waren aanwezig:
- [minderjarige] met zijn advocaat;
- de moeder met haar oudste zoon;
- [naam] namens de gecertificeerde instelling.
1.3.
De kinderrechter heeft met [minderjarige] voorafgaand aan de zitting in raadkamer in aanwezigheid van zijn advocaat een gesprek gevoerd. Tijdens de mondelinge behandeling heeft de kinderrechter samengevat wat [minderjarige] heeft verteld. De aanwezigen hebben daarop kunnen reageren.

2.De feiten

2.1
De moeder is belast met het ouderlijk gezag over [minderjarige] .
2.2
[minderjarige] verblijft in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp in [jeugdzorginstelling] .
2.3
De kinderrechter in deze rechtbank heeft in de beschikking van 17 mei 2023 [minderjarige] onder toezicht gesteld tot 17 mei 2024.
2.4
De kinderrechter in deze rechtbank heeft in de beschikking van 20 februari 2024 een machtiging verleend [minderjarige] gedurende dag en nacht uit huis te plaatsen in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp tot 17 mei 2024.

3.Het verzoek

3.1
De gecertificeerde instelling verzoekt de ondertoezichtstelling van [minderjarige] te verlengen voor de duur van twaalf maanden, met uitvoerbaarverklaring bij voorraad.
Ook wordt verzocht om een machtiging waarmee [minderjarige] in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp kan verblijven voor de duur van zes maanden. Het verzoek is als volgt gemotiveerd.
3.2
[minderjarige] is sinds de laatste lagere schooljaren niet naar school gegaan en had geen dagbesteding. Het lukte de moeder niet om hem aan te sturen, te motiveren en te begrenzen. Het lukte ook niet om ambulante hulp doeltreffend in te zetten. [minderjarige] was werkelijk nergens voor in, maar kwam wel met de politie in aanraking. Bij de jeugdreclassering en de jeugdbescherming ontstonden ernstige zorgen over zijn ontwikkeling en zijn opvoedsituatie. [minderjarige] ontwikkelde steeds ernstiger gedragsproblemen, werd in extreme mate zelfbepalend en belandde in voorlopige hechtenis wegens een strafbaar feit.
In februari 2024 is [minderjarige] in een gesloten accommodatie geplaatst. Dat werd gezien als de enige manier om nog verandering te realiseren, nadat meerdere schorsingen uit de voorlopige hechtenis onder voorwaarden ook geen verbetering opleverden. Het gaat nu goed met [minderjarige] binnen de structuur van [jeugdzorginstelling] , waar hij toekomt aan zijn ontwikkeling. Hij is hard aan het werk om tot verbetering te komen en volgt weer lessen. [minderjarige] heeft het nodig dat hem grenzen, duidelijkheid en structuur worden geboden. Een consequente opvoeder en positieve stimulering zijn nodig om tot ontwikkeling te komen. [minderjarige] moet ertoe komen dat hij zelf verantwoordelijkheid draagt voor zijn eigen keuzes, dat hij een gezond dag- en nachtritme heeft en goed voor zichzelf zorgt.
3.3.
Het verblijf in [jeugdzorginstelling] dat nu drie maanden heeft geduurd is nog te kort. Er is meer behandeling nodig. De gedragswetenschapper stemt ook nu in met gesloten jeugdhulp voor [minderjarige] en vindt dat thuis wonen nog niet aan de orde is. [minderjarige] heeft als doelen nu emotieregulatie, omgaan met autoriteiten, betrouwbaarheid en autonomie. Hij staat op een wachtlijst voor een uitgebreid persoonlijkheidsonderzoek. Het moet duidelijk worden waardoor [minderjarige] zich vaak zo onveilig en verdrietig voelt en hoe dit verband houdt met het niet naar school gaan. In dit onderzoek zal ook zijn gewetensontwikkeling moeten worden meegenomen. De gecertificeerde instelling is intussen op zoek naar een plek in een open setting waar [minderjarige] kan wonen als tussenstap naar thuisplaatsing.
3.4.
Vanwege de ambivalente houding van de moeder – wel willen en dan toch weer niet – en haar recente mening dat alle hulpverlening moet stoppen, is verlenging van de ondertoezichtstelling noodzakelijk.

4.De standpunten

4.1
De moeder vindt hulpverlening niet langer nodig. Ze denkt wel dat de therapie van [minderjarige] door zal moeten gaan wanneer hij weer thuis komt wonen. Verder is moeder boos omdat het grootste deel van de informatie die de gecertificeerde instelling geeft, volgens haar niet klopt. De moeder legt uit dat [minderjarige] in groep 7 van school veranderde en dat het vervolgens sociaal niet lekker ging. Toen er vervolgens een conflict met een schooljuf was, wilde hij niet meer naar school gaan. Naar de middelbare school wilde hij vervolgens helemaal niet.
4.2.
De advocaat van [minderjarige] heeft verzocht het verzoek om een machtiging tot uithuisplaatsing af te wijzen. Hij heeft naar voren gebracht dat [minderjarige] positief is veranderd, dat hij contact maakt, dat hij zich laat sturen en meewerkt. Hij gaat bij [jeugdzorginstelling] naar school en is dagelijks actief. Dat was vroeger totaal anders. Zijn broer kan hem op het goede spoor houden. [minderjarige] zelf zei aanvankelijk dat hij geen traumatherapie nodig heeft, dat het goed met hem gaat en dat hij weer naar huis kan, maar hij heeft aan het eind van de zitting gezegd dat hij van plan is om vol te houden bij [jeugdzorginstelling] , waar hij zich positief ontwikkelt.

5.De beoordeling

5.1
Op basis van de stukken en de mondelinge behandeling is de kinderrechter van oordeel dat is voldaan aan de wettelijke criteria genoemd in artikel 1:255 van het Burgerlijk Wetboek.
5.2
De kinderrechter is ook van oordeel dat jeugdhulp noodzakelijk is in verband met ernstige opgroei- of opvoedingsproblemen die de ontwikkeling van [minderjarige] naar volwassenheid ernstig belemmeren. Deze problemen maken dat het verblijf in een gesloten accommodatie noodzakelijk en geschikt is om te voorkomen dat [minderjarige] zich onttrekt aan de jeugdhulp die hij nodig heeft of daaraan door anderen wordt onttrokken. Het is niet gebleken dat er minder ingrijpende mogelijkheden zijn om deze problemen te behandelen (artikel 6.1.2, tweede lid, Jeugdwet).
5.3
De concrete bedreigingen in de ontwikkeling van [minderjarige] zijn zoals de gecertificeerde instelling deze heeft geschetst. [minderjarige] heeft te maken met een ontwikkelingsachterstand die hij heeft opgedaan toen hij vanaf groep 7 van de basisschool niet meer naar school ging. Hij werd extreem zelfbepalend, gleed af in de criminaliteit en is inmiddels door de jeugdstrafrechter veroordeeld. De kinderrechter heeft zich bij de vorige zitting – waar [minderjarige] niet verscheen – erg veel zorgen gemaakt. [minderjarige] is inmiddels bezig met een fikse inhaalslag. [minderjarige] komt in [jeugdzorginstelling] toe aan onderwijs en ontdekt waar hij goed in is en wat hem ligt. Hij haalt goede cijfers, vertelt hij, en wil kickbokser worden. De kinderrechter vindt het heel positief dat [minderjarige] zichzelf zo snel weet te motiveren om iets van zijn leven te maken. [minderjarige] is zichtbaar trots op wat goed gaat, en terecht. Hij is aan het wennen aan een normale dagindeling en sociaal functioneren. De kinderrechter verwacht van [minderjarige] dat hij doorgaat met het aanpakken van alle hulp die hem nu geboden wordt. Er is nu nog een weg terug uit de criminaliteit. De kinderrechter en [minderjarige] hebben afgesproken dat [minderjarige] het nooit meer zo ver laat komen dat hij bij de (jeugd)strafrechter moet verschijnen.
De kinderrechter vindt het noodzakelijk dat [minderjarige] doorgaat op het pad waar hij nu op loopt. [minderjarige] heeft veel kansen gekregen en verprutst, maar het is niet te laat. [minderjarige] is aan het ontdekken wat hij kan en wie hij kan zijn als hij zich richt op een positieve ontwikkeling. Hij kan leren dat hij naar school kan gaan omdat hij dat zelf wil, niet omdat iemand hem dwingt, en dat hij goede cijfers kan halen waarmee hij een diploma kan gaan halen. Ook is het belangrijk dat [minderjarige] gaat inzien dat hij als heel jong kind een groot verlies heeft geleden met het overlijden van zijn vader. De gevolgen daarvan hebben diep ingegrepen in zijn ontwikkeling. Het is belangrijk dat [minderjarige] gaat praten over de vraag hoe het met hem gaat, ook als de antwoorden niet voor het oprapen liggen. Het onderzoeken van de nasleep van deze traumatische gebeurtenis zal maken dat [minderjarige] zichzelf beter leert kennen, en betere keuzes kan maken in zijn leven.
De kinderrechter ziet dat [minderjarige] de structuur van [jeugdzorginstelling] nodig heeft om tot verandering te komen. In deze periode waarin [minderjarige] weinig tot niet in de verleiding kan komen om domme dingen te doen, wordt een belangrijke basis gelegd voor zijn verdere ontwikkeling. Nu is de tijd dat hij leert, doordat hij onderwijs volgt, trauma verwerkt, een gestructureerde dagindeling heeft, deelt wat in hem omgaat, en blijft onthouden dat hij een zoon wil zijn op wie ook zijn moeder trots kan zijn.
5.4
De kinderrechter zal daarom de ondertoezichtstelling van [minderjarige] verlengen voor de duur van een jaar en de machtiging voor opname en verblijf in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp verlenen, en wel voor de periode van zes maanden.
5.5
De kinderrechter licht de beslissing in een afzonderlijke brief toe aan [minderjarige] . Deze brief wordt gelijktijdig met de beschikking verzonden. De inhoud van die brief luidt als volgt.
Beste [minderjarige] ,
Wij hebben op de zitting een goed gesprek gevoerd. Ik ben blij dat je er was. Vorige keer was je er niet. Niemand wist waar je was. Ik maakte mij heel erg veel zorgen om jou, al kende ik je nog niet. Je hebt me nu verteld dat het beter met je gaat. Je bent trots op je schoolresultaten. Ik ben ook trots op jou, want je bent jarenlang niet naar school geweest. Dat je in zo’n korte tijd zo’n omslag weet te maken en laat zien dat je meer kan dan je zelf denkt. Je hebt dus helemaal geen zin om in de criminaliteit rond te hangen, in bed te blijven liggen en je leven maar een beetje te ondergaan. Voor een jongen zoals jij zou dat ook zonde zijn. Jij kan veel meer dan wat er in de afgelopen jaren van is terechtgekomen.
Dat het zo’n lange tijd niet lukte, komt omdat je het moeilijk hebt. Jouw leven is ook niet makkelijk, en nou moet jij er iets van gaan maken. Er zit weinig anders op: je moet het echt zelf doen. Maar er zijn mensen die jou willen helpen. Jij gaat die hulp aanpakken. Op die manier maak je een goede toekomst voor jezelf. De toekomst lijkt ver weg, maar toch is die dichterbij dan je soms denkt. Het is een optelsom van alle dagen in je leven die nog komen. Dat betekent dat je het heel simpel kunt bekijken: doe iedere dag iets goeds voor jezelf. Iets waarmee je verder komt. Iets waarvan je weet dat het je op de lange termijn iets oplevert. Iets leren is belangrijk. Je best doen op school. Positieve ervaringen opdoen. Vertrouwen ontwikkelen in fijne mensen om je heen. Voorbeelden zien in anderen die het ook is gelukt, met misschien wel net zoveel uitdagingen als jij.
Je hebt al veel kansen gekregen en verprutst. Soms duurt het even voordat iemand doorheeft wat het beste is voor hemzelf. Ik schrijf je deze brief, omdat ik het van levensbelang vind dat jij gaat begrijpen dat je jezelf een goed leven moet geven. Jij weet al hoe criminaliteit eruit ziet. Het lijkt allemaal heel verleidelijk, maar is dat helemaal niet. Een leven in de criminaliteit is waardeloos. Om te beginnen word je er niet rijk van, en als dat wel zo lijkt te zijn, ben je een prooi voor anderen of pakt justitie je geld van je af. Linksom of rechtsom maakt criminaliteit mensen vooral straatarm, bang en ellendig. Een strafblad sluit allerlei goede keuzes uit. Dat kan je nou nog niet overzien, daarom waarschuw ik je daarvoor. Het maakt heel veel normale dingen onmogelijk. Bovendien betekent criminaliteit ook dat je altijd op de vlucht bent: voor de politie, voor andere criminelen, voor geldzorgen, voor je eigen leven. Weet dat het vaak fout afloopt. Het is zo gebeurd; dan is je leven voorbij. In de tussentijd ben je dan helemaal niet toegekomen aan de leuke dingen: kickboksen. Iets leren. Trots zijn op een diploma. Werk vinden dat bij je past. De zekerheid hebben van een inkomen. Een inspiratie worden voor jongere jongens zoals jij. Fijne vrienden maken die goed voor je zijn. En later een huis vinden voor jezelf dat je met eerlijk geld betaalt. Dat is een leven waarin je vrijheid ervaart en niet bang hoeft te zijn. Ik zou graag zien dat jouw leven er zo uit gaat zien. Maar het lukt maar onder één voorwaarde, en die is dat jij in jezelf gaat geloven en weet dat je dit waard bent en dat je dit kunt, één dag tegelijk. Als je dit pad volgt, ben je een stoer mens.
Jij hebt als heel klein kind iets heel ergs meegemaakt. Het probleem van zo jong zijn, is dat je je niet kan herinneren wat er is gebeurd, maar dat het wel heel bepalend is geweest voor je emoties en de manier waarop je je gedraagt. Een trauma kan iemand echt verlammen. Dan lukt niets meer. Ik zeg het nog maar een keer: daar kan jij niks aan doen. Maar je moet er wel iets mee. Als je dat niet doet, dan raak je regelmatig de kluts kwijt en doe je stomme dingen. Je zegt nee tegen het goede en ja tegen het verkeerde. En dan sta je opeens voor de strafrechter. We hebben afgesproken dat dat nooit meer gaat gebeuren. Jij wil jezelf niet meer in de nesten werken. En dat hoeft ook helemaal niet, want het kan ook anders. Daarom is het belangrijk dat je nu alle hulp aangrijpt. Er zijn mensen die met jou willen praten. Dat willen ze om je verder te helpen, omdat ze weten wat je doormaakt. De antwoorden liggen misschien niet voor het oprapen, maar dat geeft niet. Neem je tijd ervoor. Het is goed om jezelf beter te leren kennen, want je hebt veel goeds in huis. Daarmee kun je een stevige basis leggen voor jezelf, zodat je een leuk leven kan gaan leiden. Dan kan je moeder trots zijn op jou, en jij op jezelf.
Ik verleng daarom je verblijf in [jeugdzorginstelling] met zes maanden. De structuur heb je nodig om jezelf te leren goede keuzes te maken. Ik weet zeker dat je dat kunt.
Met hartelijke groeten,
De kinderrechter

6.De beslissing

De kinderrechter:
6.1
verlengt de ondertoezichtstelling van [minderjarige] tot 17 mei 2025;
6.2
verleent een machtiging om [minderjarige] te doen opnemen en te doen verblijven in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp met ingang van 17 mei 2024 tot 17 november 2024;
6.3
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Tekst