Beoordeling door de rechtbank
Waar gaat deze zaak over?
2. Eiseres lijdt aan langdurige psychische klachten, die haar overgevoelig maken voor prikkels uit de omgeving. Sinds 2013 wordt zij hiervoor behandeld. In 2021 is bij eiseres een meervoudige ontwikkelingsstoornis gediagnosticeerd. Daarnaast ondervindt eiseres lichamelijke klachten aan haar linkervoet als gevolg van een ongeval. Eiseres zegt ook te lijden aan claustrofobie.
3. Sinds 2018 bewoont eiseres met haar minderjarige dochter een woning op de tweede etage van een galerijflat, die bereikbaar is met een trap en een lift. De woning ligt in een drukke omgeving, in de nabijheid van een winkelcentrum. Vanuit de omgeving ervaart zij in haar woonsituatie een overprikkeling. Daarnaast heeft zij moeite met traplopen. Verder mijdt eiseres de lift; zij wijt dit aan claustrofobie.
4. Op 2 april 2019 heeft eiseres zich ingeschreven als woningzoekende in het regionale register van woningzoekenden van Woonnet Haaglanden (“het register”).
5. Eiseres heeft op 15 september 2022 een urgentieverklaring aangevraagd voor een woning.
6. GGD Haaglanden heeft over de aanvraag geadviseerd. Op basis van dit sociaal medisch advies is een urgentieverklaring verleend met een daarop afgestemd zoekprofiel.
7. Eiseres vindt dat het zoekprofiel van de urgentieverklaring moet worden aangepast.
8. Verweerder heeft in bezwaar geen reden gezien het zoekprofiel te wijzigen.
9. Tijdens de mondelinge behandeling van het beroep heeft verweerder een uitdraai van mutaties uit het register in het geding gebracht. Daaruit is gebleken dat de inschrijving van eiseres in het register sinds 3 april 2023 is beëindigd, omdat zij het jaarlijks verschuldigde inschrijfgeld niet heeft voldaan.
10. Om toe te komen aan een inhoudelijke behandeling van het beroep, moet de rechtbank eerst vaststellen of eiseres procesbelang heeft, gezien de beëindiging van haar inschrijving in het register.
11. De rechtbank oordeelt dat het procesbelang van eiseres is komen te ontvallen. Dit berust op het volgende.
12. Van een urgentieverklaring kan uitsluitend gebruik worden gemaakt door een woningzoekende. De vraag of iemand woningzoekende is, gaat vooraf aan de vraag of wordt voldaan aan de inhoudelijke vereisten voor toewijzing van een urgentieverklaring.
13. Een woningzoekende is het huishouden dat zich heeft ingeschreven in het regionale register van woningzoekenden.Zodra hier niet langer aan wordt voldaan, kan een huishouden niet meer als woningzoekende worden beschouwd en dus geen gebruik maken van een urgentieverklaring.
14. Vast staat dat eiseres sinds 3 april 2023 uit het register is uitgeschreven. Vanaf die datum is zij daarom geen woningzoekende en kan zij daardoor vanaf die datum niet meer in aanmerking komen voor een urgentieverklaring dan wel gebruik maken van de aan haar eerder verleende urgentieverklaring, die een geldigheidsduur had van drie maanden. Gelet hierop valt daarom niet in te zien wat eiseres met haar beroep kan bereiken.
15. Voor zover eiseres ter zitting heeft gesteld dat zij ten onrechte is uitgeschreven, omdat verweerder haar niet tijdig heeft geïnformeerd over de problemen met de betaling dan wel de daadwerkelijke uitschrijving, overweegt de rechtbank als volgt. Uit de uitdraai die verweerder ter zitting heeft overgelegd, blijkt dat eiseres op 19 februari 2023 per e-mail is bericht dat de afgifte van de doorlopende machtiging is mislukt. Op 13 maart 2023 is eiseres per e-mail (nogmaals) gevraagd haar inschrijving te verlengen. Ter zitting heeft eiseres bevestigd dat het e-mailadres op de uitdraai haar e-mailadres betreft en dat zij de e-mail van 13 maart 2023 heeft ontvangen. Op 3 april 2023 is eiseres per e-mail bericht dat zij is uitgeschreven als woningzoekende. Eiseres had daarom kunnen weten dat de betaling voor de verlenging van haar inschrijving als woningzoekende niet was gelukt. Zoals verweerder ter zitting heeft toegelicht, had eiseres vanaf dat moment drie maanden de tijd om alsnog de verlengingskosten te voldoen. Dat is niet gebeurd. Dat eiseres de e-mail van 3 april 2023 niet zou hebben gezien, komt naar het oordeel van de rechtbank voor rekening en risico van eiseres. Voor zover eiseres erop vertrouwde dat haar coach voor de betaling zou zorgdragen, ontslaat dit eiseres niet van haar eigen verantwoordelijkheid de betaling tijdig in orde te maken dan wel tijdig na te gaan of de betaling is voldaan. Dat eiseres en haar coach in die periode bezig waren met het maken van bezwaar tegen de urgentieverklaring doet hier naar het oordeel van de rechtbank niet aan af.
16. Voor zover eiseres ter zitting nog heeft gesteld dat zij procesbelang heeft, omdat niet valt uit te sluiten dat zij een geslaagd beroep kan doen op de coulanceregeling en opnieuw ingeschreven kan worden in het register, wordt zij hierin niet gevolgd. Het is namelijk niet aan de rechtbank om te beoordelen of zij via een coulanceregeling alsnog ingeschreven kan worden als woningzoekende dan wel om daarop vooruit te lopen en haar beroep inhoudelijk te behandelen.
17. Het voorgaande brengt mee dat eiseres ten tijde van het bestreden besluit geen procesbelang had. Verweerder had het bezwaar dus niet-ontvankelijk moeten verklaren.