ECLI:NL:RBDHA:2024:9445
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- B.F.Th. de Roos
- Rechtspraak.nl
Vervolgberoep bewaring en verzoek om schadevergoeding in het bestuursrecht
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 5 juni 2024 uitspraak gedaan in een vervolgberoep tegen de maatregel van bewaring van een eiser met de Marokkaanse nationaliteit. De maatregel van bewaring was op 20 december 2023 opgelegd door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Eiser heeft tegen het voortduren van deze maatregel beroep ingesteld en verzocht om schadevergoeding. Op 27 mei 2024 heeft de staatssecretaris de maatregel opgeheven, maar eiser bleef van mening dat de bewaring onrechtmatig was en dat hij recht had op schadevergoeding.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de beoordeling zich beperkt tot de vraag of de bewaring onrechtmatig was voorafgaand aan de opheffing. De rechtbank heeft eerder de rechtmatigheid van de bewaring getoetst en geconcludeerd dat deze tot 10 mei 2024 rechtmatig was. Eiser voerde aan dat er geen zicht op uitzetting was en dat hij te lang in bewaring was gehouden. De staatssecretaris heeft echter toegelicht dat de maatregel was opgeheven na een belangenafweging, waarbij werd opgemerkt dat eiser zich passief had opgesteld en geen medewerking had verleend aan zijn uitzetting.
De rechtbank oordeelde dat er geen aanknopingspunten waren voor de conclusie dat de maatregel van bewaring onrechtmatig was in de periode na 10 mei 2024. Eiser had niet voldoende onderbouwd dat de toezeggingen over opheffing en schadevergoeding niet waren nagekomen. Uiteindelijk verklaarde de rechtbank het beroep ongegrond en wees het verzoek om schadevergoeding af. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.