ECLI:NL:RBDHA:2024:9458

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
5 juni 2024
Publicatiedatum
19 juni 2024
Zaaknummer
NL 24.18039
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
  • B.F.Th. de Roos
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 5 juni 2024 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een asielaanvraag. Verzoeker, vertegenwoordigd door mr. R.S. Frickus, had een verzoek ingediend om te voorkomen dat hij zou worden overgedragen aan Bulgarije, dat volgens het bestreden besluit van 24 april 2024 verantwoordelijk is voor de behandeling van zijn asielaanvraag. Verzoeker had eerder beroep ingesteld tegen dit besluit (zaaknummer NL24.18038).

De voorzieningenrechter heeft in zijn mondelinge uitspraak geoordeeld dat, aangezien er al een beslissing was genomen op het beroep, het verzoek om een voorlopige voorziening niet meer nodig was. Dit leidde tot de afwijzing van het verzoek als kennelijk ongegrond. Daarnaast is er geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.

De uitspraak is gedaan door mr. B.F.Th. de Roos, in aanwezigheid van griffier mr. A.S. Hamans, en is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie op de website van de rechtspraak. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: NL24.18039

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[verzoeker] , verzoeker

V-nummer: [V-nummer]
(gemachtigde: mr. R.S. Frickus),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.

Inleiding

In het besluit van 24 april 2024 (het bestreden besluit) heeft verweerder de asielaanvraag van verzoeker niet in behandeling genomen omdat Bulgarije daarvoor verantwoordelijk is.
Verzoeker heeft beroep (NL24.18038) ingesteld tegen het bestreden besluit. Hij heeft verder aan de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen, die inhoudt dat hij niet zal worden overgedragen voordat er op het beroep is beslist.
De voorzieningenrechter doet uitspraak buiten zitting op grond van artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht.

Beoordeling door de voorzieningenrechter

1. In de mondelinge uitspraak van 5 juni 2024 in de zaak met nummer NL24.18038 heeft de rechtbank beslist op het beroep waarop dit verzoek om een voorlopige voorziening betrekking heeft. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. Om die reden wordt het verzoek als kennelijk ongegrond afgewezen.
2. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. B.F.Th. de Roos, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. A.S. Hamans, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl. Deze uitspraak is bekendgemaakt op:
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.