ECLI:NL:RBDHA:2024:9506

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
14 juni 2024
Publicatiedatum
19 juni 2024
Zaaknummer
NL23.31734
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van beroep tegen niet-tijdig beslissen op aanvraag machtiging tot voorlopig verblijf

In deze zaak heeft eiseres op 6 oktober 2023 beroep ingesteld tegen het niet-tijdig beslissen door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid op haar aanvraag om verlening van een machtiging tot voorlopig verblijf (mvv). Deze aanvraag was ingediend door de referent, [naam 2]. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiseres op 16 mei 2023 al eerder beroep had ingesteld tegen een vergelijkbaar niet-tijdig beslissen op een aanvraag om een mvv, welke zaak door de rechtbank op 17 november 2023 gegrond was verklaard. De rechtbank had toen bepaald dat de staatssecretaris binnen twintig weken na de uitspraak een besluit moest nemen op de aanvraag en had de staatssecretaris veroordeeld in de proceskosten.

Nu er inmiddels een besluit was genomen op de aanvraag, oordeelde de rechtbank dat het beroep van eiseres, ingesteld op 6 oktober 2023, kennelijk niet-ontvankelijk was. De rechtbank heeft in haar overwegingen benadrukt dat er reeds een eerdere uitspraak was gedaan over het niet-tijdig beslissen, waardoor het nieuwe beroep niet meer ontvankelijk kon zijn. De rechtbank heeft ook beslist dat de staatssecretaris niet opnieuw veroordeeld zal worden tot vergoeding van de proceskosten, aangezien er al een eerdere uitspraak was gedaan die deze kosten dekte.

De uitspraak is gedaan op 13 juni 2024 door mr. A.C.J. van Dooijeweert, rechter, en is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie. Eiseres is geïnformeerd over de mogelijkheid om een verzetschrift in te dienen als zij het niet eens is met de uitspraak, binnen een termijn van zes weken na verzending van de uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: NL23.31734

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[eiseres], eiseres

V-nummer: [V-nummer]
(gemachtigde: mr. M. Rasul),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

(gemachtigde: [naam 1]).

Procesverloop

Eiseres heeft op 6 oktober 2023 beroep ingesteld tegen het niet-tijdig beslissen op de door [naam 2] (referent) ingediende aanvraag om verlening van een machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) ten behoeve van eiseres in het kader van nareis
Bij besluit van 26 januari 2024 heeft verweerder de aanvraag afgewezen.
Desgevraagd heeft eiseres meegedeeld het beroep te handhaven omdat verweerder niet bereid is gebleken de proceskosten van eiseres te vergoeden.
De rechtbank doet op grond van artikel 8:54, eerste lid, van de Awb [1] uitspraak zonder zitting.

Overwegingen

1. De rechtbank stelt vast dat eiseres op 16 mei 2023 al beroep heeft ingesteld tegen het niet tijdig beslissen op de door referent ingediende aanvraag om een mvv. Deze rechtbank en zittingsplaats heeft bij uitspraak van 17 november 2023 [2] dit beroep gegrond verklaard en bepaald dat verweerder binnen twintig weken na de dag van bekendmaking van de uitspraak alsnog een besluit bekend moest maken op de aanvraag. Ook heeft de rechtbank verweerder in de proceskosten veroordeeld voor het niet tijdig nemen van een besluit.
2 Nu eiseres al beroep had ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op de aanvraag om een mvv en hierop reeds uitspraak is gedaan door de rechtbank, en verweerder inmiddels een besluit op de aanvraag heeft genomen, is het op 6 oktober 2023 ingestelde beroep kennelijk niet-ontvankelijk.
3 Verweerder zal niet opnieuw worden veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten.

Beslissing

De rechtbank:
 verklaart het beroep niet-ontvankelijk;
Deze uitspraak is gedaan op 13 juni 2024 door mr. A.C.J. van Dooijeweert, rechter, in aanwezigheid van mr. R. de Mul, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Bent u het niet eens met deze uitspraak?
Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven. Als u graag een zitting wilt waarin u uw verzetschrift kunt toelichten, kunt u dit in uw verzetschrift vermelden.

Voetnoten

1.Algemene wet bestuursrecht.