ECLI:NL:RBDHA:2024:9526
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening in vreemdelingenzaak
In de zaak tussen verzoeker en de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 13 juni 2024 uitspraak gedaan. Verzoeker had beroep ingesteld tegen een besluit van 27 november 2023, waarin het bezwaar van verzoeker ongegrond was verklaard. Verzoeker verzocht de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening te treffen. De rechtbank heeft op basis van artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting.
De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen verwezen naar een eerdere uitspraak van 13 juni 2024, zaaknummer AWB 23/14414, waarin het beroep van verzoeker al was behandeld. Gezien deze eerdere uitspraak heeft de voorzieningenrechter het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. Daarnaast is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak is gedaan door mr. E.F. Bethlehem, voorzieningenrechter, en is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie op de website van de rechtspraak. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open. De uitspraak is op 13 juni 2024 gedaan en afschriften zijn verzonden aan de betrokken partijen.