Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[eiser] , eiser
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, (gemachtigde: J.M.M. van Gils).
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
- verklaart het beroep ongegrond;
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de rechtbank Den Haag op 7 juni 2024 uitspraak gedaan in een procedure over de maatregel van bewaring van een Algerijnse vreemdeling. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid had op 18 januari 2024 de maatregel van bewaring opgelegd op grond van artikel 59, eerste lid, aanhef en onder a, van de Vreemdelingenwet 2000. Eiser, die stelt van Algerijnse nationaliteit te zijn, heeft beroep ingesteld tegen het voortduren van deze maatregel en verzocht om schadevergoeding. De rechtbank heeft bepaald dat een onderzoek ter zitting achterwege blijft en heeft de zaak op basis van de ingediende stukken beoordeeld.
De rechtbank overweegt dat het aan eiser is om zijn stelling dat hij de Algerijnse nationaliteit heeft te onderbouwen. De Algerijnse autoriteiten hebben echter aangegeven dat zij zijn nationaliteit niet kunnen bevestigen. Eiser heeft geen documenten kunnen overleggen die zijn stelling ondersteunen, en de rechtbank concludeert dat het zicht op uitzetting naar Algerije nog steeds aanwezig is. De rechtbank heeft ook ambtshalve getoetst of de maatregel van bewaring op enig moment onrechtmatig was, maar heeft dit niet kunnen vaststellen.
Uiteindelijk verklaart de rechtbank het beroep ongegrond en wijst het verzoek om schadevergoeding af. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open. De uitspraak is openbaar gemaakt op 7 juni 2024.