Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiser] , eiser
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder
Inleiding
Overwegingen
De rechtbank merkt op dat er tegen de toegangsweigering twee beroepen zijn ingesteld met zaaknummers NL22.12157 en NL22.8111. Uit de brief van de rechtbank van 6 mei 2022 blijkt dat het beroep met zaaknummer NL22.8111 moet worden gezien als administratief beroep tegen de toegangsweigering en is daarom doorgezonden aan verweerder. Het beroep met NL22.8111 wordt daarom niet ontvankelijk verklaard. Voor een proceskostenveroordeling is geen aanleiding. In deze uitspraak zal het beroep tegen de beslissing van op het administratieve beroep met betrekking tot de toegangsweigering onder zaaknummer NL22.12157 verder inhoudelijk worden besproken.
Eiser is geboren op [datum] 1955 en heeft de Nigeriaanse nationaliteit. Eiser heeft van 2001 tot 2006 in Nederland een verblijfsvergunning gehad. Hij was toen voor [werkgever] werkzaam. In 2006 is eiser teruggegaan naar Nigeria. Het gezin van eiser is toen in Nederland gebleven.
Het oordeel van de rechtbank
Het daartoe bestemde standaardformulier zoals omschreven in bijlage VI van de Visumcode is opgemaakt en uitgereikt aan betrokkene.” Dit proces-verbaal is een op ambtseed/ambtsbelofte opgemaakt proces-verbaal. Gelet hierop mag verweerder in beginsel uitgaan van de juistheid hiervan, tenzij tegenbewijs wordt geleverd van dien aard dat kan worden getwijfeld aan de juistheid van het proces-verbaal. [6] Eiser heeft de stelling dat het besluit niet aan hem is uitgereikt niet onderbouwd. De rechtbank zal daarom uitgaan van de juistheid van het proces-verbaal waaruit blijkt dat het formulier op de juiste wijze aan eiser is verstrekt. De beroepsgrond slaagt niet.
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiser tot een bedrag van € 1.750,-.
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit;
- veroordeelt de Staat der Nederlanden tot het betalen van een schadevergoeding aan eiser tot een bedrag van € 25,-, te betalen door de griffier en beveelt de tenuitvoerlegging van deze schadevergoeding;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiser tot een bedrag van € 875,-.
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit;
- verklaart het administratief beroep gegrond;
- bepaalt dat deze uitspraak in de plaats treedt van het vernietigende besluit;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiser tot een bedrag van € 875,-.