ECLI:NL:RBDHA:2024:9813
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- S. Ketelaars - Mast
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag van Somaliër met problemen met Al-Shabaab en vestigingsalternatief in Mogadishu
In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Den Haag het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn asielaanvraag door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Eiser, van Somalië nationaliteit, heeft op 31 juli 2022 een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel. De staatssecretaris heeft deze aanvraag op 13 februari 2024 afgewezen, met als reden dat de aanvraag ongegrond was. De rechtbank heeft de zaak op 24 mei 2024 behandeld, waarbij eiser werd bijgestaan door zijn gemachtigde en een tolk.
Eiser stelt dat hij problemen heeft ondervonden van Al-Shabaab, waaronder bedreigingen en geweld. Hij heeft verklaard dat hij op 15 september 2021 door leden van Al-Shabaab werd bezocht en dat zijn oom op 25 september 2021 werd vermoord. Eiser is naar Mogadishu vertrokken en vreest bij terugkeer naar Somalië opnieuw slachtoffer te worden van Al-Shabaab. De staatssecretaris heeft echter geoordeeld dat, hoewel er een reëel risico op ernstige schade bestaat bij terugkeer naar Jeerow, Mogadishu als vestigingsalternatief kan worden aangemerkt. De rechtbank oordeelt dat de staatssecretaris terecht heeft geconcludeerd dat eiser niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij in Mogadishu ook een reëel risico loopt.
De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser een gezonde jonge man is met een eigen winkel in Jeerow en dat hij familie in Mogadishu heeft. De rechtbank concludeert dat de staatssecretaris de asielaanvraag terecht heeft afgewezen als ongegrond. Eiser krijgt geen vergoeding van zijn proceskosten en moet terugkeren naar Somalië. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen kunnen binnen vier weken hoger beroep aantekenen.