Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[naam], eiser,
van Eritrese nationaliteit,
v-nummer: [nummer],
de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, de staatssecretaris.
Inleiding
Overwegingen
Omdat de staatssecretaris nog geen besluit heeft genomen, bepaalt de rechtbank dat hij dit alsnog moet doen. Op grond van artikel 8:55d, eerste lid, van de Awb moet de staatssecretaris dit doen binnen twee weken na het verzenden van deze uitspraak. In bijzondere gevallen of als dit vanwege een wettelijk voorschrift nodig is, kan de rechtbank op grond van het derde lid een andere termijn geven. De staatssecretaris heeft in het verweerschrift van 27 december 2023 uitgelegd dat hij een ruimere beslistermijn nodig heeft omdat hij vanwege de verhoogde instroom van met name nareisaanvragen kampt met achterstanden bij het beslissen op bezwaarschriften in nareisprocedures. De rechtbank is van oordeel dat hiermee sprake is van een bijzondere situatie zoals bedoeld in artikel 8:55d, derde lid, van de Awb.
€ 875,- en een wegingsfactor 0,5).
Beslissing
uitspraak alsnog een besluit op bezwaar bekend te maken;
dag waarmee hij de hiervoor genoemde termijn overschrijdt, met een maximum van
€ 7.500,-;
- veroordeelt de staatssecretaris in de proceskosten van eiser tot een bedrag van € 437,50.
mr.M.J. Tijnagel, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl.