ECLI:NL:RBDHA:2024:9879
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag wegens ongeloofwaardige verklaringen over hekserij en mensenhandel
Op 20 juni 2024 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een asielzaak waarbij de asielaanvraag van eiseres, een Nigeriaanse vrouw, werd afgewezen als ongegrond. Eiseres had op 1 februari 2022 asiel aangevraagd in Nederland, met als reden dat zij beschuldigd werd van hekserij en dat zij slachtoffer was van mensenhandel. Eiseres verklaarde dat zij door een boze menigte moest vluchten en later gedwongen werd te werken als prostituee in Libië en Duitsland. Bij terugkeer naar Nigeria vreesde zij voor haar leven vanwege de beschuldigingen van hekserij en de mogelijkheid dat haar dochter zou worden besneden, een traditie binnen haar familie.
De rechtbank oordeelde dat de identiteit en nationaliteit van eiseres geloofwaardig waren, maar dat de verklaringen over de beschuldigingen van hekserij en de mensenhandel ongeloofwaardig waren. De rechtbank vond dat verweerder, de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, terecht had geoordeeld dat de verklaringen van eiseres inconsistent waren en dat zij onvoldoende bewijs had geleverd voor haar claims. De rechtbank benadrukte dat het niet onredelijk was dat verweerder bevreemdende verklaringen van eiseres in zijn beoordeling had betrokken.
Uiteindelijk concludeerde de rechtbank dat de asielaanvraag terecht was afgewezen, omdat eiseres niet aannemelijk had gemaakt dat zij en haar dochter bij terugkeer naar Nigeria een reëel risico liepen op vervolging of besnijdenis. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en wees de proceskostenvergoeding af.