ECLI:NL:RBDHA:2024:9891

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
25 juni 2024
Publicatiedatum
25 juni 2024
Zaaknummer
AWB 23/8063
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
  • H. Hansen-Telman
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening in vreemdelingenzaak met betrekking tot verblijfsvergunning voor medische behandeling

Op 25 juni 2024 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak met zaaknummer AWB 23/8063. Verzoeker, een inwoner van Den Haag, had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning regulier voor het verblijfsdoel 'medische behandeling'. Deze aanvraag werd op 17 juli 2023 door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid buiten behandeling gesteld. Verzoeker ging tegen dit besluit in beroep en vroeg de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening.

De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen aangegeven dat er inmiddels een uitspraak is gedaan op het beroep, onder zaaknummer AWB 24/502, waardoor een voorlopige voorziening niet meer nodig is. Om deze reden heeft de voorzieningenrechter het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen.

Daarnaast heeft de voorzieningenrechter de Staatssecretaris veroordeeld tot betaling van proceskosten aan verzoeker, vastgesteld op € 875,- voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand. Deze kosten zijn berekend op basis van het Besluit proceskosten bestuursrecht. De uitspraak is openbaar gemaakt en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
Zittingsplaats Groningen
Bestuursrecht
zaaknummer: AWB 23/8063

uitspraak van de voorzieningenrechter van 25 juni 2024 in de zaak tussen

[naam] , uit Den Haag, verzoeker

V-nummer: [v-nummer]
(gemachtigde: mr. N.B. Swart),
en

de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, de staatssecretaris.

Inleiding

Bij besluit van 17 juli 2023 heeft de staatssecretaris de aanvraag van verzoeker om een verblijfsvergunning regulier voor het verblijfsdoel ‘medische behandeling’ buiten behandeling gesteld. Bij besluit van 10 januari 2024 (het bestreden besluit) heeft de staatssecretaris het bezwaar ongegrond verklaard.
Verzoeker heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Hij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.

Overwegingen

1. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer AWB 24/502, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
2. Gelet op de uitkomst van de beroepsprocedure veroordeelt de voorzieningenrechter verweerder in de door verzoeker gemaakte proceskosten. Deze kosten stelt de voorzieningenrechter op grond van het Bpb [1] voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand vast op € 875,- (1 punt voor het indienen van het verzoekschrift, met een waarde per punt van € 875.- en een wegingsfactor 1).

Beslissing

De voorzieningenrechter:
- wijst het verzoek om voorlopige voorziening af;
- veroordeelt verweerder tot betaling van € 875,- aan proceskosten aan verzoeker.
Deze uitspraak is gedaan door mr. H. Hansen-Telman, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. Y. van Wijk, griffier en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl.
griffier
voorzieningenrechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Voetnoten

1.Besluit proceskosten bestuursrecht