Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiser], eiser
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
- verklaart het beroep ongegrond;
Rechtbank Den Haag
Op 19 juni 2024 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak tussen eiser en de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Eiser, een Marokkaanse nationaliteit hebbende, had beroep ingesteld tegen een terugkeerbesluit en een inreisverbod dat op 28 mei 2024 door de staatssecretaris was opgelegd. Dit besluit was genomen op basis van de vrees dat eiser zich aan het toezicht zou onttrekken en de uitzettingsprocedure zou beletten. Eiser had op 31 mei 2024 de maatregel van bewaring opgelegd gekregen, maar deze werd op dezelfde dag opgeheven. Eiser heeft zijn beroep schriftelijk afgedaan en op 7 juni 2024 zijn gronden ingediend, waarop de staatssecretaris op 10 juni 2024 een verweerschrift indiende. De rechtbank sloot het onderzoek op 19 juni 2024.
De rechtbank overwoog dat eiser geen rechtmatig verblijf in Nederland had en dat het terugkeerbesluit voldoende gemotiveerd was. Eiser had aangevoerd dat hij familie in Frankrijk had en daar een asielaanvraag had lopen, maar de rechtbank oordeelde dat deze omstandigheden niet voldoende waren om van het inreisverbod af te zien. De rechtbank concludeerde dat het beroep ongegrond was en wees het verzoek om schadevergoeding af. De uitspraak werd openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl en is bekendgemaakt op 19 juni 2024. Tegen deze uitspraak kan binnen vier weken hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.