ECLI:NL:RBDHA:2025:10065
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Omgevingsvergunning voor aanbouwen met WBDBO-eis en procesbelang
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 12 mei 2025 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, een B.V. die een groothandel in landbouwmachines exploiteert, en het college van burgemeester en wethouders van Westland. Eiseres had een omgevingsvergunning aangevraagd voor het oprichten van twee aanbouwen aan haar bedrijfspand, waarbij zij aanvankelijk een brandwerende scheiding met een WBDBO-eis van 60 minuten wenste. Echter, onder druk van de Veiligheidsregio Haaglanden heeft zij haar aanvraag gewijzigd naar een WBDBO-eis van 180 minuten. Het primaire besluit van 1 juli 2022 verleende deze vergunning, maar het bezwaar van eiseres tegen dit besluit werd door verweerder op 23 januari 2023 niet-ontvankelijk verklaard wegens het ontbreken van procesbelang. Eiseres heeft hiertegen beroep ingesteld.
Tijdens de zitting op 17 februari 2025 heeft eiseres betoogd dat zij wel degelijk procesbelang heeft, omdat zij met haar bezwaar alsnog een vergunning met een WBDBO-eis van 60 minuten wil verkrijgen. De rechtbank oordeelde echter dat eiseres met haar bezwaar niet het door haar gewenste doel kan bereiken, aangezien de aanvraag zoals ingediend betrekking had op een WBDBO-eis van 180 minuten. De rechtbank concludeerde dat eiseres zelf verantwoordelijk is voor de aanvraag die zij indient en dat zij een andere weg had kunnen bewandelen om een inhoudelijk oordeel te verkrijgen over de WBDBO-eis van 60 minuten. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.