Uitspraak
Rechtbank DEN HAAG
1.De procedure
2.De feiten
Stock Appreciation Rights Plan(SAR) van [bedrijf] . Vanwege de financiële situatie van [bedrijf] op dat moment zijn [bedrijf] en [verzoekster] als voorwaarde overeengekomen dat [bedrijf] [verzoekster] de met terugwerkende kracht per 1 september 2024 verschuldigde € 650,- bruto extra per maand zou betalen zodra haar financiële situatie dat zou toelaten. Naar aanleiding van deze afspraken hebben [bedrijf] en [verzoekster] een – alleen op het punt van het salaris – gewijzigde arbeidsovereenkomst, ingaande per 1 september 2024, en een SAR-overeenkomst gesloten. Op basis van de SAR-overeenkomst zouden onder voorwaarden op 1 september 2025 met terugwerkende kracht per 1 september 2023 12.000 eenheden in maandelijkse tranches aan [verzoekster] worden toegekend, waarbij op 1 september 2025 6.000 en op 1 september 2027 de overige 6.000 eenheden zouden worden toegekend.
offboarding-gesprek plaatsgevonden. Op 29 januari 2025 heeft [verzoekster] [bedrijf] bericht het niet eens te zijn met de beëindiging van haar arbeidsovereenkomst en zich beschikbaar te houden voor haar werkzaamheden.
Immediate Dismissal Notificationhet volgende geschreven:
- de transitievergoeding ter hoogte van € 1.746,11 bruto;
- de gefixeerde schadevergoeding ter hoogte van € 3.780,- bruto;
- het restant van het salaris over de maanden september tot en met december 2024 ter hoogte van € 650,- bruto per maand, in totaal derhalve € 2.600,- bruto;
- het bedrag van de eindafrekening, bestaande uit (onder meer) het vakantiegeld ter hoogte van € 1.082,30 en ingehouden vakantie-uren ter hoogte van € 471,23.
3.Het verzoek en het verweer
4.De beoordeling
Kamerstukken II2013/14, 33818, 4, p. 61), komt het verzoek van [verzoekster] om toekenning van een billijke vergoeding in beginsel voor toewijzing in aanmerking (artikel 7:681 lid 1 BW).
New Hairstyle-beschikking van de Hoge Raad (ECLI:NL:HR:2017:1187) zijn gezichtspunten geformuleerd aan de hand waarvan de begroting kan plaatsvinden.