ECLI:NL:RBDHA:2025:10159
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet tijdige beslissing door het College van procureurs-generaal
Op 20 maart 2025 hebben eisers, bestaande uit drie personen, beroep ingesteld tegen het niet tijdig beslissen door het College van procureurs-generaal op hun bezwaar van 5 november 2024. De rechtbank heeft vastgesteld dat de termijn voor het nemen van een besluit door verweerder is verstreken. Eisers hebben verweerder op 27 februari 2025 in gebreke gesteld, maar verweerder heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid om een verweerschrift in te dienen. De rechtbank heeft op basis van de overgelegde stukken geoordeeld dat het beroep gegrond is, omdat verweerder niet tijdig heeft beslist. De rechtbank heeft verweerder opgedragen om binnen twee weken na verzending van de uitspraak alsnog een besluit te nemen op het bezwaar van eisers. Tevens is verweerder een maximale bestuurlijke dwangsom van € 1.442,- verschuldigd, en moet hij een dwangsom van € 100,- betalen voor elke dag dat hij de beslistermijn overschrijdt, met een maximum van € 15.000,-. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling en heeft bepaald dat verweerder het door eisers betaalde griffierecht van € 194,- moet vergoeden.