ECLI:NL:RBDHA:2025:10219
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- J. Holleman
- J.R. Froma
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag op grond van kennelijke ongegrondheid met betrekking tot psychische problematiek en veilig land van herkomst
In deze zaak heeft de rechtbank Den Haag op 11 juni 2025 uitspraak gedaan in een asielprocedure. Eiser, een Marokkaanse man, heeft op 27 maart 2025 een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel. De Minister van Asiel en Migratie heeft deze aanvraag op 25 april 2025 afgewezen, met het argument dat de asielmotieven van eiser niet voldoen aan de criteria van vluchtelingschap of ernstige schade. Eiser heeft beroep ingesteld tegen deze afwijzing. Tijdens de zitting op 3 juni 2025 heeft eiser, vergezeld door zijn gemachtigde en een tolk, zijn standpunt toegelicht. Hij heeft psychische problemen aangevoerd die zijn ontstaan na het ontdekken van zijn adoptie, en betoogd dat Marokko geen veilig land van herkomst voor hem is, omdat hij daar geen ondersteunend netwerk heeft.
De rechtbank heeft de argumenten van eiser beoordeeld en geconcludeerd dat de Minister op goede gronden de aanvraag heeft afgewezen. De rechtbank oordeelde dat eiser niet voldoende bewijs heeft geleverd voor zijn psychische problemen en dat de informatie over geadopteerde kinderen niet relevant is voor zijn specifieke situatie. Eiser heeft niet willen verklaren over zijn problemen in Marokko en heeft geen documenten overgelegd ter ondersteuning van zijn claims. De rechtbank heeft vastgesteld dat de afwijzing van de aanvraag als kennelijk ongegrond terecht was, en heeft het beroep ongegrond verklaard. Tevens is het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen, en eiser krijgt geen proceskostenvergoeding.