ECLI:NL:RBDHA:2025:10242

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
12 juni 2025
Publicatiedatum
12 juni 2025
Zaaknummer
NL25.11761
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in asielzaak met betrekking tot verantwoordelijkheid Duitsland

In deze zaak heeft verzoekster, geboren op 25 december 1995 en van Nigeriaanse nationaliteit, een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. De minister van Asiel en Migratie heeft deze aanvraag echter niet in behandeling genomen, omdat Duitsland verantwoordelijk is voor de aanvraag. Verzoekster heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.

De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 20 mei 2025 behandeld, maar verzoekster en haar gemachtigde zijn niet verschenen. De gemachtigde van de minister was wel aanwezig. Tijdens de zitting is ook de behandeling van een andere zaak, NL25.11760, aan de orde gekomen.

De voorzieningenrechter heeft in de uitspraak van vandaag, betreffende zaaknummer NL25.11760, geoordeeld over de beroepen. Aangezien er inmiddels een uitspraak is gedaan, is er geen noodzaak meer voor een voorlopige voorziening. Daarom heeft de voorzieningenrechter het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. H. de Ruijter, rechter, en is openbaar gemaakt op rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Groningen
Bestuursrecht
zaaknummers: NL25.11761

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[naam] , verzoekster,

geboren op 25 december 1995,
van Nigeriaanse nationaliteit
V-nummer: [nummer],
mede namens haar minderjarige kinderen

[naam] , [naam] en [naam]

(gemachtigde: mr. A.S. Sewman),
en

de minister van Asiel en Migratie,

(gemachtigde: mr. Gaal-de Groot).

Procesverloop

1. Verzoeker heeft een aanvraag ingediend tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. De minister heeft de aanvraag met het bestreden besluit van 12 maart 2025 niet in behandeling genomen omdat de Bondsrepubliek Duitsland (hierna: Duitsland) verantwoordelijk is voor de aanvraag. Verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld en de voorzieningenrechter gevraagd om een voorlopige voorziening te treffen.
1.1.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek, samen met de behandeling van de zaak NL25.11760, op 20 mei 2025 op zitting behandeld. Verzoekers en hun gemachtigde zijn, zoals aangekondigd, niet verschenen. De gemachtigde van de minister is wel verschenen.

Overwegingen

2. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL25.11760, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op de beroepen. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst de verzoeken om die reden af.
2.1.
Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. H. de Ruijter, rechter, in aanwezigheid van
mr. J. Dijkstra, griffier en openbaar gemaakt door middel van gepseudonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl.
De uitspraak is openbaar gemaakt en bekendgemaakt op:
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.