ECLI:NL:RBDHA:2025:10242
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in asielzaak met betrekking tot verantwoordelijkheid Duitsland
In deze zaak heeft verzoekster, geboren op 25 december 1995 en van Nigeriaanse nationaliteit, een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. De minister van Asiel en Migratie heeft deze aanvraag echter niet in behandeling genomen, omdat Duitsland verantwoordelijk is voor de aanvraag. Verzoekster heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 20 mei 2025 behandeld, maar verzoekster en haar gemachtigde zijn niet verschenen. De gemachtigde van de minister was wel aanwezig. Tijdens de zitting is ook de behandeling van een andere zaak, NL25.11760, aan de orde gekomen.
De voorzieningenrechter heeft in de uitspraak van vandaag, betreffende zaaknummer NL25.11760, geoordeeld over de beroepen. Aangezien er inmiddels een uitspraak is gedaan, is er geen noodzaak meer voor een voorlopige voorziening. Daarom heeft de voorzieningenrechter het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. H. de Ruijter, rechter, en is openbaar gemaakt op rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.