Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiser] , eiser
de minister van Asiel en Migratie, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 12 juni 2025 uitspraak gedaan in een asielprocedure waarbij de eiser, een Nigeriaanse nationaliteit, zijn asielaanvraag in Nederland had ingediend. De minister van Asiel en Migratie, als verweerder, heeft de aanvraag niet in behandeling genomen, omdat Spanje verantwoordelijk werd geacht voor de behandeling van de asielaanvraag op basis van de Dublinverordening. De eiser heeft tegen dit besluit beroep ingesteld, waarbij hij aanvoert dat hij geen visum van de Spaanse autoriteiten heeft ontvangen en dat hij geen toegang heeft gekregen tot de asielprocedure in Spanje. De rechtbank heeft de zaak op 6 juni 2025 behandeld en beide partijen waren vertegenwoordigd door hun gemachtigden.
De rechtbank heeft overwogen dat de Spaanse autoriteiten op basis van de Dublinverordening verantwoordelijk zijn voor de asielaanvraag van eiser, omdat Spanje eerder een visum aan eiser had verstrekt en het verzoek om overname door Nederland op 12 december 2024 was ingediend en op 12 februari 2025 door Spanje was aanvaard. De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen reden is om aan te nemen dat de Spaanse autoriteiten niet in staat zouden zijn om de asielaanvraag van eiser op een correcte manier te behandelen. Eiser heeft niet voldoende bewijs geleverd dat zijn situatie anders is dan wat de Spaanse autoriteiten hebben aangegeven.
Uiteindelijk heeft de rechtbank het beroep ongegrond verklaard, wat betekent dat de beslissing van de minister om de asielaanvraag niet in behandeling te nemen, wordt bevestigd. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep.