ECLI:NL:RBDHA:2025:10315
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet tijdig beslissen op asielaanvraag van een Syrische vreemdeling onder het besluitmoratorium
In deze zaak heeft eiseres, een Syrische vreemdeling, beroep ingesteld tegen het niet tijdig beslissen door de minister van Asiel en Migratie op haar aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel. Eiseres diende haar aanvraag in op 8 november 2023, en volgens de geldende wetgeving moest de minister binnen zes maanden beslissen. Echter, door het besluit met kenmerk WBV 2023/3, dat op 27 januari 2023 in werking trad, zijn de beslistermijnen voor asielaanvragen van vreemdelingen uit Syrië verlengd tot maximaal 21 maanden. Eiseres heeft de minister op 17 februari 2025 in gebreke gesteld, maar de rechtbank oordeelt dat de termijn voor het nemen van een beslissing nog niet was verstreken, aangezien het besluitmoratorium van kracht was. Hierdoor was de ingebrekestelling prematuur en voldeed eiseres niet aan de voorwaarden voor het indienen van beroep. De rechtbank verklaart het beroep van eiseres niet-ontvankelijk. De uitspraak is gedaan door rechter R.J.A. Schaaf en is openbaar gemaakt op 29 april 2025.