ECLI:NL:RBDHA:2025:10346

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
20 mei 2025
Publicatiedatum
13 juni 2025
Zaaknummer
24-12975
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voorlopige voorziening in bestuursrechtelijke zaak betreffende asielaanvraag

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 20 mei 2025 uitspraak gedaan in een verzoek om voorlopige voorziening, ingediend door een verzoeker tegen de minister van Asiel en Migratie. Het verzoek volgde op een eerder besluit van de minister, waarin het bezwaar van de verzoeker tegen een besluit van 3 mei 2024 ongegrond werd verklaard. De verzoeker heeft beroep ingesteld tegen dit bestreden besluit en verzocht om een voorlopige voorziening.

De zitting vond plaats op 1 mei 2025 in Utrecht, waar de verzoeker en zijn gemachtigde, mr. H.K. Jap A Joe, aanwezig waren. De minister was niet op tijd aanwezig vanwege een treinvertraging. Tijdens de zitting is het verzoek om voorlopige voorziening behandeld, samen met de beroepszaak AWB 24/12974.

De voorzieningenrechter heeft op 20 mei 2025 uitspraak gedaan en geconcludeerd dat een voorlopige voorziening niet meer nodig is, aangezien er op dezelfde dag uitspraak is gedaan in de beroepszaak. Het verzoek om voorlopige voorziening is afgewezen en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gedaan en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: AWB 24/12975

uitspraak van de voorzieningenrechter van 20 mei 2025 in de zaak tussen

[verzoeker], verzoeker

V-nummer: [V-nummer]
(gemachtigde: mr. H.S.K. Jap A Joe),
en

de minister van Asiel en Migratie, verweerder.

gemachtigde: J. Visschers).

Procesverloop

1. Bij besluit van 19 juli 2024 (het bestreden besluit) heeft de minister het bezwaar van verzoeker tegen het besluit van 3 mei 2024 ongegrond verklaard.
2. Verzoeker heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Hij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
2.1.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek, tezamen met de beroepszaak AWB 24/12974, op 1 mei 2025 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: verzoeker en mr. H.K. Jap A Joe als waarnemer van de gemachtigde van verzoeker. De minister was door aan de rechtbank telefonisch doorgegeven vertraging met de trein niet op tijd aanwezig.

Overwegingen

3. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer AWB 24/12974, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
4. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. C.M. Dijksterhuis, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. L.S. Lodder, griffier.
Uitgesproken in het openbaar op 20 mei 2025.
griffier
voorzieningenrechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.