In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 4 april 2025, wordt het beroep van eiser tegen de gedeeltelijke afwijzing van zijn verzoek op grond van de Wet open overheid (Woo) beoordeeld. Eiser had in oktober 2020 een Woo-verzoek ingediend bij het ministerie van Justitie en Veiligheid, waarin hij vroeg om openbaarmaking van informatie over het aantal aanwezigen in kerkelijke gebouwen in de periode van 14 april tot en met 26 oktober 2020. Het ministerie van J&V had het verzoek doorgestuurd naar verweerder, de minister van Algemene Zaken, die het verzoek aanvankelijk gedeeltelijk had afgewezen. De rechtbank oordeelt dat verweerder de reikwijdte van het Woo-verzoek te beperkt heeft opgevat en dat de zoekslag naar relevante documenten onvoldoende inzichtelijk is gemaakt. De rechtbank stelt vast dat er mogelijk meer documenten onder verweerder berusten die onder het Woo-verzoek vallen. De rechtbank vernietigt zowel het eerste als het tweede bestreden besluit en draagt verweerder op om binnen acht weken een nieuw besluit op bezwaar te nemen, met inachtneming van deze uitspraak. Tevens wordt verweerder veroordeeld in de proceskosten van eiser, die een bedrag van € 18,40 vergoed krijgt, evenals het griffierecht van € 187.