3.3.Verweerder heeft de asielaanvraag van eiser kennelijk ongegrond verklaard op grond van artikel 30b, eerste lid, onder c van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw) omdat eiser met een vals paspoort verweerder heeft willen misleiden omtrent zijn nationaliteit, identiteit en herkomst. Aan eiser is geen uitstel van vertrek verleend. Tegen eiser zijn een terugkeerbesluit en een inreisverbod voor twee jaar uitgevaardigd.
Handtekening besluit en opleiding beslisambtenaar
4. De rechtbank is, onder verwijzing naar de uitspraken van deze rechtbank en zittingsplaats van 25 november 2024 en 6 december 2024,van oordeel dat er aan het bestreden besluit geen gebreken kleven op de punten ondertekening van het besluit en opleiding van de beslisambtenaar. Ook zonder handtekening is het besluit voldoende kenbaar en toetsbaar voor eiser. Voorts is het geen grond voor het oordeel dat niet zou zijn voldaan aan artikel 10, derde lid, aanhef en onder c, van de Procedurerichtlijnomdat de betreffende beslisambtenaar onvoldoende is opgeleid om een besluit te nemen op eisers asielaanvraag. Dat de beslisambtenaar in het bestreden besluit heeft opgeschreven dat de Procedurerichtlijn slechts een richtlijn is en dat het EUAA-rapportniet-bindende richtlijnen bevat, wat daar ook van zij, maakt dat niet anders. Eisers stelling dat verweerder gebruik maakt van HBO-stagiaires als beslismedewerkers, voor zover dat niet in lijn zou zijn met Europese richtlijnen, heeft eiser ook niet verder onderbouwd. De beroepsgrond slaagt niet.
Vertaling van het besluit
5. De rechtbank is van oordeel dat niet is gebleken dat verweerder in strijd met artikel 12, tweede lid, van de Terugkeerrichtlijnheeft gehandeld en dat eiser hierdoor in zijn belangen zou zijn geschaad. Verweerder heeft er terecht op gewezen dat in het bestreden besluit, onder kopje ‘Gevolgen van dit besluit’ een QR-code is opgenomen. Indien deze wordt gescand, wordt er in 25 talen, waaronder Farsi, informatie gegeven over wat een terugkeerbesluit inhoudt, wat de gevolgen ervan zijn voor de vreemdeling en welke rechtsmiddelen ertegen aangewend kunnen worden. Tevens wordt er voor meer informatie over het opgelegde inreisverbod doorverwezen naarwww.ind.nl/inreisverbod en www.ind.nl/en/entry-ban. Voor zover eiser stelt in bewaring niet te beschikken over een telefoon om de QR-code te scannen merkt de rechtbank op dat eiser hulp kan vragen aan onder andere zijn rechtshulpverlener en Vluchtelingenwerk Nederland. Dat de verstrekte afdruk van de informatie in het Farsi niet leesbaar was doet aan het vorenstaande niet af. Immers had verweerder met het verstrekken van de QR-code en de link al aan zijn verplichting voldaan met betrekking tot het verstrekken van de benodigde informatie. De beroepsgrond slaagt niet.
Deelname aan demonstraties als apart asielmotief
6. Eiser heeft in de zienswijze aangegeven dat zijn deelname aan de demonstraties als een zelfstandig asielmotief moet worden gezien en dat verweerder dat op die manier moet beoordelen. Verweerder heeft daarop gereageerd in het bestreden besluit met het standpunt dat eiser de deelname aan demonstraties enkel naar voren heeft gebracht in het kader van zijn problemen met [naam 1] . Anders dan eiser ter zitting heeft gesteld is verweerder daarmee wel ingegaan op dit punt uit de zienswijze en heeft verweerder daarmee voldoende gemotiveerd waarom de deelname aan demonstraties niet als zelfstandig asielmotief wordt aangemerkt. Daarbij merkt de rechtbank op dat eiser uitgebreid is ondervraagd over zijn deelname aan de demonstraties, maar dat nergens uit blijkt dat die deelname de reden is dat eiser Iran heeft verlaten of dat hij wegens zijn deelname vreest voor problemen bij terugkeer naar Iran. Eiser heeft ter zitting nog toegelicht dat hij het met [naam 1] heeft gehad over de demonstraties en ervan uitgaat dat [naam 1] dit heeft doorgespeeld aan de Iraanse autoriteiten. Zoals uit de rest van deze uitspraak zal blijken heeft verweerder de door eiser gestelde problemen met [naam 1] niet ten onrechte geloofwaardig geacht. Bovendien heeft verweerder zich in het bestreden besluit (kort) uitgelaten over de vraag of eiser wegens het deelnemen aan de demonstraties heeft te vrezen voor vervolging op grond van het Vluchtelingenverdrag. De beroepsgrond slaagt niet.
Nieuwe geloofwaardigheidsbeoordeling.
7. De rechtbank ziet in hetgeen eiser heeft aangevoerd ten aanzien van de rechtmatigheid van de nieuwe geloofwaardigheidsbeoordeling geen aanleiding voor het oordeel dat de door verweerder gehanteerde werkwijze onredelijk is, onzorgvuldig dan wel strijdig met (Europese) wetgeving, richtlijnen of rechtspraak. Door eiser is ook niet geconcretiseerd in welk opzicht de geloofwaardigheidsbeoordeling in strijd is met het Europese recht. Dat deze rechtbank, zittingsplaats Roermond, besloten heeft prejudiciële vragen te stellen over de geloofwaardigheidsbeoordeling, maakt het oordeel van de rechtbank niet anders. De beroepsgrond slaagt niet.
Documenten met betrekking tot de problemen met [naam 1]
8. De rechtbank stelt vast dat eiser geen documenten heeft overgelegd met betrekking tot zijn problemen met [naam 1] . De rechtbank volgt verweerder erin dat ook als er sprake is van een gedwongen overdracht van de foodtruck, dat het ongeloofwaardig is dat er geen documenten zijn van die overdracht. Daarbij heeft verweerder zich terecht op het standpunt gesteld dat eiser heeft verklaard dat hij de eigenaar van de foodtruck heeft bericht over de overname, maar dat eiser heeft nagelaten de communicatie hierover over te leggen. Eiser heeft verder verklaard dat hij een mobiel pinautomaat had dat op zijn naam stond en welke ook bij de belastingdienst stond geregistreerd op eisers naam. Eiser heeft ook daar geen documenten van overgelegd. Dat eiser ter zitting heeft gesteld een foto te hebben van het pinapparaat en een nota te hebben van het pinapparaat doet daar niet aan af. Eiser heeft voorts ter zitting gesteld dat hij ter onderbouwing van zijn relatie met [naam 1] een foto heeft overgelegd waarop eiser en [naam 1] samen bij de foodtruck te zien zijn. Eiser heeft ook verklaard dat nergens uit die foto blijkt dat de andere persoon [naam 1] betreft. Aan die foto komt naar het oordeel van de rechtbank daarom geen overtuigende bewijswaarde toe.