ECLI:NL:RBDHA:2025:10391
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag van Ugandees lid van National Unity Platform wegens ongeloofwaardigheid van politieke vervolging
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 23 mei 2025, met zaaknummers NL25.2101 en NL25.2102, wordt de asielaanvraag van een Ugandees eiser afgewezen. De eiser, die lid is van de National Unity Platform (NUP), vreesde vervolging door de Ugandese autoriteiten vanwege zijn politieke activiteiten. De rechtbank oordeelt dat de verweerder, de minister van Asiel en Migratie, de problemen van de eiser niet geloofwaardig heeft hoeven achten. De rechtbank stelt vast dat de eiser op 3 september 2022 een aanvraag om verlening van een verblijfsvergunning asiel heeft ingediend, maar dat deze aanvraag op 8 januari 2025 als kennelijk ongegrond is afgewezen. De rechtbank behandelt het beroep en het verzoek om een voorlopige voorziening op 14 april 2025. De rechtbank concludeert dat de afwijzing van de asielaanvraag in stand kan blijven, omdat de eiser niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij bij terugkeer naar Uganda een reëel risico loopt op vervolging. De rechtbank wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af, omdat er geen reden meer is om deze te treffen. De uitspraak benadrukt dat de geloofwaardigheid van de asielmotieven van de eiser onvoldoende is onderbouwd en dat de eiser niet onmiddellijk asiel heeft aangevraagd, wat zijn aanvraag verder ondermijnt.