Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen
[verzoeker], verzoeker,
de minister van Asiel en Migratie, verweerder.
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 10 juni 2025 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening. Verzoeker, die een verblijfsdocument EU/EER had aangevraagd, kreeg te maken met een besluit van de minister van Asiel en Migratie, dat de aanvraag niet in behandeling werd genomen. Dit besluit werd genomen op 27 september 2024. Verzoeker maakte bezwaar tegen dit besluit en vroeg de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening. Op 10 januari 2025 besloot de minister op het bezwaar, maar verzoeker heeft geen beroep ingesteld tegen deze beslissing, terwijl de termijn daarvoor inmiddels was verstreken. De voorzieningenrechter oordeelde dat er geen bezwaar meer aanhangig was en dat het verzoek om een voorlopige voorziening daarom kennelijk niet-ontvankelijk was. De voorzieningenrechter verklaarde het verzoek niet-ontvankelijk en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd. Deze uitspraak werd openbaar gemaakt en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.