Op 17 juni 2025 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak betreffende een beroep tegen een maatregel van bewaring. Eiser, een Marokkaanse nationaliteit hebbende, had beroep ingesteld tegen een besluit van de minister van Asiel en Migratie, dat op 25 mei 2025 was genomen. Dit besluit hield in dat eiser op grond van artikel 59, eerste lid, aanhef en onder a, van de Vreemdelingenwet (Vw) in bewaring werd gesteld. Eiser heeft zijn beroep niet betwist en heeft tevens verzocht om schadevergoeding. Tijdens de zitting op 11 juni 2025, waar eiser werd bijgestaan door een waarnemer van zijn gemachtigde, werd de zaak behandeld. Vanwege technische problemen vond de zitting telefonisch plaats. De rechtbank heeft vastgesteld dat de gronden voor de maatregel van bewaring feitelijk juist zijn en voldoende zijn toegelicht. De rechtbank oordeelde dat er geen grond was voor het oordeel dat de maatregel onrechtmatig was. Het beroep werd ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding werd afgewezen. De uitspraak werd openbaar gemaakt op 17 juni 2025.