Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiser] , eiser,
de minister van Asiel en Migratie, verweerder,
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
Op 17 juni 2025 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak betreffende een beroep tegen een maatregel van bewaring die aan eiser was opgelegd op grond van artikel 59a, eerste lid, van de Vreemdelingenwet. Eiser, een Algerijnse nationaliteit hebbende, had beroep ingesteld tegen het besluit van de minister van Asiel en Migratie, dat op 30 mei 2025 was genomen. Tijdens de zitting op 11 juni 2025, waarbij eiser werd bijgestaan door een waarnemer van zijn gemachtigde, werd het beroep behandeld. Vanwege technische problemen vond de zitting telefonisch plaats.
De rechtbank overwoog dat de maatregel van bewaring gerechtvaardigd was, omdat er een concreet aanknopingspunt bestond voor een overdracht onder de Dublinverordening en er een significant risico was dat eiser zou onderduiken. Eiser betwistte de zware grond 3d, maar de rechtbank oordeelde dat deze grond niet relevant was voor de rechtmatigheid van de bewaring, aangezien de overige gronden niet waren betwist en voldoende waren om de maatregel te rechtvaardigen.
De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en wees het verzoek om schadevergoeding af. Tevens werd er geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar gemaakt en er werd melding gemaakt van de mogelijkheid tot hoger beroep bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State binnen één week na bekendmaking.