Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiser], eiser,
de minister van Asiel en Migratie, verweerder,
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
Op 17 juni 2025 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak betreffende een beroep tegen een maatregel van bewaring. Eiser, een Algerijnse man, had beroep ingesteld tegen het besluit van de minister van Asiel en Migratie, die hem op 2 juni 2025 in bewaring had gesteld op grond van artikel 59 van de Vreemdelingenwet. Eiser betwistte de zware gronden die aan de maatregel ten grondslag lagen, met name dat hij niet op de voorgeschreven wijze Nederland was binnengekomen en dat hij zich had onttrokken aan het toezicht. Tijdens de zitting op 11 juni 2025 werd eiser bijgestaan door zijn gemachtigde, mr. K. Bruin, en de zitting vond telefonisch plaats vanwege technische problemen. Eiser voerde aan dat hij mogelijk recht had op een afgeleid verblijfsrecht als familielid van een Unieburger, maar de rechtbank oordeelde dat de zware grond van onrechtmatige binnenkomst feitelijk juist was. De rechtbank concludeerde dat de minister zijn onderzoeksplicht niet had geschonden en dat de maatregel van bewaring gerechtvaardigd was. Het beroep werd ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding werd afgewezen. De uitspraak werd gedaan door mr. M.J. Schouw, rechter, in aanwezigheid van mr. S. Mohandes, griffier.