ECLI:NL:RBDHA:2025:10530

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
1 mei 2025
Publicatiedatum
17 juni 2025
Zaaknummer
C/09/682133 / FT RK 25/298 en FT RK 25/299
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing van een dwangakkoord in een schuldregeling tussen een verzoekster en Elbuco B.V.

In deze zaak heeft de rechtbank Den Haag op 1 mei 2025 uitspraak gedaan in een verzoek tot oplegging van een dwangakkoord. De verzoekster, die in een problematische schuldensituatie verkeert, heeft een voorstel gedaan aan haar schuldeisers om een deel van haar schulden te voldoen en het resterende deel kwijt te laten schelden. Van de 20 schuldeisers heeft alleen Elbuco B.V. niet ingestemd met dit voorstel. De rechtbank heeft vastgesteld dat de schuldbemiddeling correct is uitgevoerd door de Stadsbank Leiden en dat het voorstel goed gedocumenteerd is. De rechtbank heeft de belangen van de verzoekster, de weigerende schuldeiser en de overige schuldeisers afgewogen. Gezien het feit dat de meerderheid van de schuldeisers heeft ingestemd met het voorstel en Elbuco als enige schuldeiser weigert, heeft de rechtbank geoordeeld dat de weigering van Elbuco onredelijk is. Daarom heeft de rechtbank het verzoek van de verzoekster om een dwangakkoord op te leggen toegewezen en het verzoek om toelating tot de wettelijke schuldsaneringsregeling afgewezen. De rechtbank heeft Elbuco bevolen in te stemmen met de schuldregeling.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANKDEN HAAG
Team Insolventies
rekestnummers: C/09/682133 / FT RK 25/298 en FT RK 25/299
vonnis van 1 mei 2025
in de zaak van
[verzoekster],
wonende te [woonplaats] ,
hierna: [verzoekster] ,
tegen
Elbuco B.V., vertegenwoordigd door Deqt B.V.,
gevestigd te Zaltbommel,
hierna: Elbuco.
Waar deze zaak over gaat
[verzoekster] bevindt zich in een problematische schuldensituatie. Zij heeft een voorstel gedaan aan haar schuldeisers, waarbij een deel van de vordering wordt voldaan en het resterende deel door de schuldeiser wordt kwijtgescholden. Omdat niet alle schuldeisers met dit voorstel hebben ingestemd, heeft [verzoekster] de rechtbank verzocht het aangeboden akkoord dwingend op te leggen. Dit verzoek wordt door de rechtbank toegewezen. De rechtbank legt hierna uit waarom zij zo beslist.

1.De feiten waar de rechtbank van uit gaat

1.1.
[verzoekster] heeft de afgelopen jaren een schuldenlast opgebouwd van € 28.051,92 aan 20 schuldeisers. Het is [verzoekster] niet gelukt om zelf een oplossing te vinden voor deze schulden. Met behulp van de Stadsbank Leiden heeft zij voor het laatst op 24 september 2024 een schuldregeling aangeboden (prognoseakkoord). Dit voorstel houdt in dat over een periode van 18 maanden aan de schuldeisers een uitkering wordt aangeboden van 16,74%, tegen kwijtschelding van het restant van hun vorderingen. Deze percentages zijn gebaseerd op de afloscapaciteit van [verzoekster] op basis van haar inkomen. Dat betekent dat de afloscapaciteit (en daarmee ook de uiteindelijke uitkering aan de schuldeisers) eventueel hoger of lager kan uitvallen.
1.2.
Elbuco is als enige schuldeiser niet akkoord gegaan met dit voorstel. [verzoekster] heeft een schuld aan Elbuco van € 1.693,77, dat is 6,03% van de totale schuldenlast.
1.3.
De overige 19 schuldeisers hebben het aanbod aanvaard.
1.4.
Om tot een oplossing voor haar schulden te komen heeft [verzoekster] bij de rechtbank twee verzoeken ingediend. In de eerste plaats wil zij dat de rechtbank Elbuco dwingt mee te werken aan de schuldregeling (een dwangakkoord oplegt). Wanneer de rechtbank dit verzoek afwijst, wil zij worden toegelaten tot de wettelijke schuldsaneringsregeling (WSNP).

2.De procedure

2.1.
De verzoeken van [verzoekster] zijn behandeld op de zitting van 24 april 2025. Op deze zitting verschenen:
- [verzoekster] , vergezeld door haar partner, en
- [naam] , beschermingsbewindvoerder namens Paauw & Van Duijvenbode Bewindvoering en Advies B.V.
2.2.
Elbuco is opgeroepen, maar niet op de zitting verschenen.

3.Standpunten van partijen

3.1.
[verzoekster] stelt dat het onredelijk is dat Elbuco het aanbod niet aanvaardt. Volgens haar heeft zij al het mogelijke gedaan om het aangeboden percentage aan haar schuldeisers aan te bieden en kan zij niet meer aanbieden dan zij heeft gedaan.
3.2.
Elbuco heeft haar standpunt niet kenbaar gemaakt aan de rechtbank. Voor zover de rechtbank uit het verzoekschrift en de stukken kan opmaken, lijkt de reden van weigering met instemming van het voorstel te zijn dat Elbuco het door haar aan [verzoekster] geleverde product compleet en onbeschadigd retour wil, voordat zij het voorstel in (her)overweging zal nemen.

4.De beoordeling van de verzoeken

4.1.
De rechtbank zal het verzoek van [verzoekster] om een dwangakkoord op te leggen toewijzen. Hieronder wordt dit oordeel toegelicht.
Het beoordelingskader van een verzoek tot oplegging van een dwangakkoord
4.2.
Een verzoek tot oplegging van een dwangakkoord kan worden toegewezen als aan twee voorwaarden is voldaan. Ten eerste moet de rechtbank vaststellen dat de schuldbemiddeling op de juiste wijze is uitgevoerd door een daartoe bevoegde instantie. Ten tweede moet de rechtbank aan de hand van een belangenafweging vaststellen dat het onredelijk is dat Elbuco weigert in te stemmen met de aangeboden schuldregeling.
De schuldbemiddeling moet zijn uitgevoerd door een bevoegde instantie
4.3.
De rechtbank stelt vast dat de schuldbemiddeling is uitgevoerd door de Stadsbank Leiden. Dat betekent dat wordt voldaan aan de door wet gestelde voorwaarden, namelijk dat het voorstel is getoetst door een deskundige en onafhankelijke partij. Het voorstel is naar het oordeel van de rechtbank bovendien goed en controleerbaar gedocumenteerd.
De rechtbank moet een belangenafweging maken
4.4.
Uitgangspunt is dat het iedere schuldeiser vrijstaat om te verlangen dat zijn vordering volledig wordt betaald. Tegelijkertijd is het belangrijk dat mensen met problematische schulden zicht hebben op een schuldenvrije toekomst. De wetgever biedt daar verschillende regelingen voor, waarbij mensen met schulden zich maximaal moeten inspannen om zo veel mogelijk af te lossen en daarna schuldenvrij verder kunnen. Schuldeisers moeten dan vaak wel afstand doen (van een (groot) deel) van hun vordering. Daarom kunnen schuldeisers alleen onder bijzondere omstandigheden gedwongen worden om in te stemmen met een aangeboden schuldregeling.
4.5.
De rechtbank kan een zogenaamd ‘dwangakkoord’ opleggen wanneer de weigering van de schuldeiser in de gegeven omstandigheden onredelijk is. Om te kunnen beoordelen of dat het geval is, moet de rechtbank de belangen van alle betrokkenen afwegen: van de verzoekster zelf, van de weigerende schuldeiser en van de schuldeisers die wél hebben ingestemd. Op basis van die belangenafweging is de rechtbank tot het oordeel gekomen dat een dwangakkoord hier op zijn plaats is.
4.6.
Uit het overgelegde schuldenoverzicht blijkt dat Elbuco als enige weigert in te stemmen met het prognosevoorstel dat namens [verzoekster] is gedaan. De meerderheid van de schuldeisers, die samen ruim 93% van de totale schuldenlast vertegenwoordigen, heeft wél ingestemd met de aangeboden schuldregeling. De vordering van Elbuco is ontstaan in 2019 en bedraagt 6,03% van de totale schuldenlast van [verzoekster] . Elbuco is niet op de zitting verschenen en heeft in deze procedure evenmin op andere wijze haar redenen voor weigering tot medewerking aan een buitengerechtelijk regeling kenbaar gemaakt. Voor zover dergelijke redenen uit de overgelegde stukken kenbaar (kunnen) zijn, oordeelt de rechtbank dat niet gebleken is dat het belang van deze schuldeiser dient te prevaleren boven de belangen van [verzoekster] en van de overige schuldeisers die door die weigering worden geschaad. De rechtbank neemt hierbij tevens in aanmerking dat het zich thans op basis van de overgelegde stukken laat aanzien dat een buitengerechtelijk akkoord voor de schuldeisers – vergeleken met de wettelijke schuldsaneringsregeling – tot een gunstiger resultaat zal leiden in verband met de kosten die samenhangen met de wettelijke schuldsaneringsregeling. Tevens wordt ervan uitgegaan dat bij de uitvoering van de buitengerechtelijke regeling erop zal worden toegezien dat gedurende de looptijd van het prognoseakkoord aantoonbare inspanningen worden verricht om inkomsten te behouden en/of te vergroten, dat zal worden gecontroleerd of de aflossingscapaciteit volledig wordt ingebracht, dat periodiek de hoogte van het Vrij Te Laten Bedrag (en derhalve de aflossingscapaciteit) zal worden bepaald en dat de schuldeisers zullen worden geïnformeerd. Hierdoor is voldoende gewaarborgd dat het maximaal haalbare bedrag zal worden uitgekeerd aan de schuldeisers.
Het WSNP-verzoek is niet langer aan de orde
4.7.
Omdat het verzoek tot het opleggen van een dwangakkoord zal worden toegewezen, heeft [verzoekster] geen belang meer bij haar verzoek om te worden toegelaten tot de WSNP. Dat verzoek zal daarom worden afgewezen.

5.De beslissing

De rechtbank:
- beveelt Elbuco in te stemmen met de onder 1.1 bedoelde schuldregeling;
- wijst het verzoek tot toepassing van de wettelijke schuldsaneringsregeling af.
Dit is een beslissing van mr. R. Cats, rechter, in samenwerking met M.Y.P.M. Zeeman, griffier. Deze beslissing is in het openbaar uitgesproken op 1 mei 2025.
Wat kunt u doen als u het niet eens bent met deze uitspraak?
Tegen deze uitspraak kan degene die in het ongelijk is gesteld gedurende acht dagen na de dag van deze uitspraak hoger beroep instellen. Dat kan door een advocaat een verzoekschrift in te laten dienen bij de griffie van het gerechtshof in Den Haag.