ECLI:NL:RBDHA:2025:10537
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Toewijzing van een verzoek tot toelating tot de wettelijke schuldsaneringsregeling (WSNP) met afwijzing van een verzoek om eerdere ingangsdatum
In deze zaak heeft de rechtbank Den Haag op 12 juni 2025 uitspraak gedaan over het verzoek van een verzoeker die zich in een problematische schuldensituatie bevindt. De verzoeker heeft een aanvraag ingediend om toegelaten te worden tot de wettelijke schuldsaneringsregeling (WSNP). Tijdens de zitting op 12 juni 2025 zijn de verzoeker, een vertegenwoordiger van de Kredietbank Nederland en een beschermingsbewindvoerder aanwezig geweest. De rechtbank heeft beoordeeld of de verzoeker voldoet aan de voorwaarden voor toelating tot de WSNP, waarbij gekeken is naar de afgelopen drie jaar en de verwachting dat de verzoeker aan de verplichtingen van de WSNP zal voldoen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verzoeker aan alle eisen voldoet en heeft het verzoek tot toelating tot de WSNP toegewezen.
Echter, het verzoek om een eerdere ingangsdatum van de WSNP is afgewezen. De rechtbank heeft geoordeeld dat er geen correcte berekening van het vrij te laten bedrag (Vtlb) is overgelegd, wat noodzakelijk is om te bepalen of er sprake is van een eerdere aflossing tijdens de buitengerechtelijke schuldregeling. De rechtbank heeft geconcludeerd dat het aangeleverde dossier onvoldoende informatie biedt om een eerdere ingangsdatum vast te stellen. De rechtbank heeft de termijn van de WSNP vastgesteld op achttien maanden, te rekenen vanaf 12 juni 2025, en heeft alle gelegde beslagen opgeheven. De rechter-commissaris en bewindvoerder zijn benoemd, en de bewindvoerder is opgedragen om de post van de verzoeker in te zien gedurende de looptijd van de regeling.