Uitspraak
Rechtbank DEN HAAG
1.Het procesverloop
De feiten
Artikel 1 De opdracht: Opdrachtnemer verplicht zich voor de duur van de overeenkomst de navolgende werkzaamheden te verrichten. De werkzaamheden zullen bestaan uit: Opvang van vluchtelingen afkomstig uit Oekraïne met een volledig takenpakket en case-load”.
- partijen uitsluitend met elkaar wensen te contracteren op basis van een overeenkomst van opdracht in de zin van artikel 7:400 e.v. BW,
- partijen nadrukkelijk niet beogen om een arbeidsovereenkomst aan te gaan,
- de opdrachtnemer van de opdrachtgever voor de verrichte werkzaamheden een vergoeding van € 440,- per dag op basis van een 8-urige werkdag ( à € 55,- per uur) zal ontvangen, door de opdrachtgever te betalen binnen 14 dagen na factuurdatum,
- opdrachtnemer opdrachtgever vrijwaart en schadeloos stelt voor alle vorderingen die de belastingdienst en/of het UWV in het geval dat opdrachtnemer voor fiscale en of sociale verzekeringsdoeleinden bij opdrachtgever in (fictieve) dienstbetrekking is.
Bedankt voor het toesturen van de overeenkomst.
Hoi [naam 2] ,
Goedemiddag [verzoeker] ,
- Opdracht:Opvang van vluchtelingen afkomstig uit Oekraïne, inclusief een volledig takenpakket en case-load.
- Periode:van 1 september 2024 tot en met 28 februari 2025.
- Uurtarief:€ 55,- per uur.
- Inzet:32 uur per week.
3.Het geschil
€ 7.626.66 bruto per maand inclusief vakantiebijslag en overige emolumenten en exclusief pensioen, dan wel een redelijke vergoeding, vanaf 1 maart 2025 tot het moment dat de arbeidsovereenkomst tussen partijen rechtsgeldig is geëindigd, te vermeerderen met de wettelijke verhoging ex artikel 7:625 BW, dan wel tot betaling van de overeengekomen fee van gemiddeld € 8.101.38 netto per maand in het geval sprake is van een overeenkomst van opdracht;
Deliveroo)sinds september 2024 sprake is van een arbeidsovereenkomst in plaats van een overeenkomst van opdracht omdat de feitelijke uitvoering van de overeenkomst toen veranderde. Daarom is [verweerster] volgens [verzoeker] verplicht om hem toe te laten tot werk en om hem salaris en overige vergoedingen op grond van de arbeidsovereenkomst te betalen. [verzoeker] stelt dat als er geen arbeidsovereenkomst is, er in ieder geval sprake is van een overeenkomst van opdracht die duurt tot en met 31 augustus 2025. Ook op die grond is [verweerster] verplicht hem te betalen tot 31 augustus 2025, aldus [verzoeker] .
4.De beoordeling
ECLI:NL:HR:2023:443) overwogen dat door uitleg aan de hand van de zogenaamde Haviltex-maatstaf moet worden vastgesteld welke rechten en verplichtingen partijen zijn overeengekomen en dat als de overeengekomen rechten en verplichtingen voldoen aan de wettelijke omschrijving van de arbeidsovereenkomst, deze als zodanig moet worden aangemerkt. Voor de kwalificatie is niet van belang of partijen de bedoeling hadden de overeenkomst al dan niet onder de wettelijke regeling van de arbeidsovereenkomst te laten vallen. De Hoge Raad heeft daarbij verder overwogen dat de vraag of een overeenkomst als arbeidsovereenkomst moet worden aangemerkt, afhangt van alle omstandigheden van het geval, in onderling verband bezien, waarbij onder meer de volgende negen gezichtspunten van belang kunnen zijn: