ECLI:NL:RBDHA:2025:10562
Rechtbank Den Haag
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van een wrakingsverzoek tegen rechter in belastingzaak
Op 16 juni 2025 heeft de meervoudige wrakingskamer van de Rechtbank Den Haag een verzoek tot wraking afgewezen. Het verzoeker, die betrokken was in een belastingzaak tegen de inspecteur van de Belastingdienst, stelde dat zijn recht op een eerlijk proces was geschonden omdat de rechter een verzoek tot aanhouding van de zaak had afgewezen. Dit verzoek was gedaan tijdens de zitting op 8 mei 2025, omdat verzoeker bijstand van een advocaat wenste. De wrakingskamer heeft vastgesteld dat een rechter alleen gewraakt kan worden als er objectieve omstandigheden zijn die de onpartijdigheid van de rechter in twijfel trekken. In dit geval was er geen sprake van bijzondere omstandigheden die een zwaarwegende aanwijzing voor partijdigheid opleverden. De wrakingskamer oordeelde dat de afwijzing van het verzoek tot aanhouding, ook al was deze onjuist, geen grond voor wraking kon vormen. Verzoeker had voldoende tijd gehad om een advocaat in te schakelen voor de zitting. De wrakingskamer heeft het verzoek tot wraking afgewezen en bepaald dat de procedure in de hoofdzaak voortgezet wordt in de stand waarin deze zich bevond ten tijde van het indienen van het wrakingsverzoek.