ECLI:NL:RBDHA:2025:10660

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
27 mei 2025
Publicatiedatum
18 juni 2025
Zaaknummer
C/09/683383 / JE RK 25-650
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de ondertoezichtstelling van minderjarigen in een complexe gezinsdynamiek met ernstige ontwikkelingsbedreigingen

In deze zaak heeft de kinderrechter op 27 mei 2025 uitspraak gedaan over de verlenging van de ondertoezichtstelling van twee minderjarigen, [minderjarige 1] en [minderjarige 2]. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de kinderen ernstig in hun ontwikkeling worden bedreigd door de gespannen relatie tussen hun ouders, die leidt tot emotionele verwaarlozing en instabiliteit. De ouders zijn belast met het ouderlijk gezag, maar de communicatie tussen hen verloopt moeizaam, wat de situatie voor de kinderen verergert. De gecertificeerde instelling, Stichting Jeugdbescherming west Haaglanden, heeft verzocht om de ondertoezichtstelling te verlengen voor een jaar, omdat er nog steeds sprake is van een ernstige ontwikkelingsbedreiging. De moeder steunt dit verzoek, terwijl de vader zich verzet en geen vertrouwen heeft in de betrokken instanties. De kinderrechter heeft de feiten en standpunten van beide ouders in overweging genomen en concludeert dat de verlenging van de ondertoezichtstelling noodzakelijk is om de hulpverlening voor de kinderen voort te zetten en de spanningen tussen de ouders aan te pakken. De kinderrechter heeft de beschikking uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de beslissing direct geldt, ook als er hoger beroep wordt ingesteld.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Team Jeugd- en Zorgrecht
Zaaknummer: C/09/683383 / JE RK 25-650
Datum uitspraak: 27 mei 2025
Beschikking van de kinderrechter
Verlenging ondertoezichtstelling
in de zaak van:
Stichting Jeugdbescherming west Haaglanden,
hierna te noemen: de gecertificeerde instelling,
over:
[minderjarige 1], geboren op [geboortedag 1] 2008 in [geboorteplaats 1] , Letland,
hierna te noemen: [minderjarige 1] ,
en
[minderjarige 2], geboren op [geboortedag 2] 2017 in [geboorteplaats 2] ,
hierna te noemen: [minderjarige 2] ,
hierna samen te noemen: de kinderen.
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:
[de moeder],
hierna te noemen: de moeder,
wonende in [woonplaats] ,
[de vader],
hierna te noemen: de vader,
wonende in [woonplaats] .

1.Het verloop van de procedure

1.1.
De kinderrechter neemt de volgende stukken mee in de beoordeling:
  • het verzoekschrift met bijlagen van 9 april 2025;
  • de e-mail van de vader van 21 mei 2025.
1.2.
De zitting heeft met gesloten deuren plaatsgevonden op 27 mei 2025. Daarbij waren aanwezig:
- de moeder;
- [naam] , namens de gecertificeerde instelling.
1.3.
De vader is, met voorafgaande kennisgeving, niet verschenen. De kinderrechter stelt vast dat de vader wel juist is opgeroepen.
1.4.
De kinderrechter heeft [minderjarige 1] naar haar mening gevraagd. [minderjarige 1] heeft hierover een gesprek gevoerd met de kinderrechter. Tijdens de zitting heeft de kinderrechter samengevat wat [minderjarige 1] heeft verteld. De aanwezigen hebben daarop kunnen reageren.

2.De feiten

2.1.
Het huwelijk van de ouders is door echtscheiding ontbonden.
2.2.
De vader en de moeder zijn belast met het ouderlijk gezag over [minderjarige 1] en [minderjarige 2] .
2.3.
[minderjarige 1] en [minderjarige 2] wonen bij hun moeder.
2.4.
De kinderrechter in deze rechtbank heeft bij beschikking van 5 juni 2024 [minderjarige 1] en [minderjarige 2] onder toezicht gesteld tot 5 juni 2025.

3.Het verzoek

3.1.
De gecertificeerde instelling verzoekt de ondertoezichtstelling van [minderjarige 1] en [minderjarige 2] te verlengen voor de duur van een jaar en de beslissing uitvoerbaar bij voorraad te verklaren. De gecertificeerde instelling motiveert het verzoek als volgt.
3.2.
De gecertificeerde instelling ziet dat er nog steeds sprake is van een ernstige ontwikkelingsbedreiging. De kinderen groeien op in een omgeving van loyaliteitsconflicten, emotionele verwaarlozing en instabiliteit. Dit komt onder andere door de gespannen relatie tussen de ouders. De communicatie tussen de ouders verloopt moeizaam, waardoor de ouders niet tot gezamenlijke oplossingen kunnen komen. Hierdoor blijven conflicten voortduren en houdt de onveiligheid voor de kinderen aan. De kinderen zitten klem tussen de ouders, wat kan leiden tot een loyaliteitsconflict. Ook is sprake van een afwijzende houding van de vader naar de kinderen. De opvoeding door de vader wordt belemmerd door een gebrek aan open communicatie en zelfinzicht. Dit staat een gezonde relatie met de kinderen in de weg. De moeder herkent weliswaar de problemen, maar het lukt haar niet om grenzen te stellen en om de situatie structureel te veranderen. [minderjarige 1] is door de thuissituatie en de houding van de vader in haar eigenwaarde aangetast, wat heeft geleid tot donkere gedachtes en een terugval in zelfbeschadigend gedrag. Ook haar sociale ontwikkeling lijdt onder de situatie, aangezien zij zich constant tekort voelt schieten. Het contact tussen [minderjarige 1] en de vader verloopt moeizaam, wat voor veel stress zorgt. [minderjarige 1] is aangemeld bij [instelling 1] en de behandeling is onlangs gestart. Bij [minderjarige 2] zorgt de onduidelijke en inconsistente houding van de vader voor onzekerheid. Zij voelt zich soms aan haar lot overgelaten door de vader, wat haar gevoel van veiligheid aantast. Dit heeft ertoe geleid dat haar afhankelijkheid van de moeder is toegenomen. Verder heeft [minderjarige 2] moeite met emotieregulatie. Zij is aangemeld bij [instelling 2] en wacht nog op de aanvang van de behandeling. De komende periode wordt onderzocht hoe zij beter kan worden ondersteund in het reguleren van haar emoties. Het is volgens de gecertificeerde instelling noodzakelijk dat beide ouders werken aan hun onderlinge communicatie en passende hulpverlening aanvaarden om de spanningen te verminderen. Daarnaast lukt het de vader niet de zorgregeling na te leven. Hierdoor rust de dagelijkse zorg en verantwoordelijkheid voor de kinderen grotendeels op de moeder, wat bij haar leidt tot aanzienlijke stress en spanningen. [minderjarige 1] neemt als gevolg hiervan taken over van de moeder, waardoor zij zich ongemakkelijk voelt en zich ergert aan het gebrek aan verantwoordelijkheidsgevoel van de vader. De gecertificeerde instelling acht het van belang dat onderzocht wordt hoe het oudercontact geminimaliseerd kan worden, zodat de moeder niet langer afhankelijk is van de vader. Ook de rol van de vader moet verder onderzocht worden, zodat de stress bij de moeder verlicht kan worden. De vader heeft grote invloed heeft op het doorbreken van het gezinspatroon, maar nu er nog maar kort contact tussen hem en de gecertificeerde instelling is, zijn er nog weinig stappen genomen en is de haalbare eindsituatie nog niet bereikt. Op dit moment is hulp in het vrijwillige kader niet mogelijk vanwege de afwijzende houding van de vader en zijn wantrouwen ten opzichte van (overheids)instanties. De gecertificeerde instelling verzoekt om verlenging van de ondertoezichtstelling voor de duur van een jaar, zodat de betrokken jeugdbeschermer kan onderzoeken welke hulp de verschillende gezinsleden kunnen gebruiken en kan monitoren of de hulp die voor de kinderen wordt ingezet hen helpt.

4.De standpunten

4.1.
De moeder stemt in met het verzoek. Zij geeft aan dat zij het belangrijk vindt dat de ondertoezichtstelling verlengd wordt, maar dat er in het afgelopen jaar weinig stappen zijn gezet. De moeder hoopt dat de gecertificeerde instelling een rol kan spelen in de naleving van de zorgregeling door de vader. Het niet naleven van de afspraken door de vader zorgt voor spanningen en onzekerheid bij [minderjarige 2] .
4.2.
De vader heeft in zijn e-mail aangegeven het niet eens te zijn met het verzoek. De vader geeft aan geen vertrouwen te hebben in de betrokken instanties. Verder lopen de kinderen geen risico’s en is van spanning tussen de ouders geen sprake. Verder bevat het verzoek van de gecertificeerde instelling eenzijdige informatie en houden de adviezen en afspraken van de gecertificeerde instelling onvoldoende rekening met de gezondheids- en woonsituatie van de vader. Bovendien wijst de vader op de zorg die hij op doordeweekse dagen biedt aan [minderjarige 2] , namelijk van 4.30 uur tot 8.30 uur wanneer de moeder aan het werk is.

5.De beoordeling

5.1.
De kinderrechter is van oordeel dat aan de wettelijke voorwaarden voor een verlenging van de ondertoezichtstelling is voldaan. [1] De kinderrechter overweegt hiertoe als volgt.
5.2.
[minderjarige 1] en [minderjarige 2] worden nog steeds ernstig in hun ontwikkeling bedreigd. De grootste zorg is gelegen in de spanningen en de slechte communicatie tussen de ouders, wat een negatieve impact heeft op de kinderen. De huidige situatie met de vader leidt bij [minderjarige 1] tot depressieve gevoelens met zelfbeschadiging tot gevolg en bij [minderjarige 2] tot paniekgevoelens. Het is zonder meer positief dat er hulpverlening voor beide kinderen is ingezet. De kinderrechter acht het dan ook van groot belang dat deze hulpverlening wordt voortgezet, maar dat neemt de oorzaken van hun problemen niet weg. Om die reden is het ook noodzakelijk dat er hulp wordt ingezet die zich richt op de ouders en met als doel de spanningen weg te nemen en communicatie in het belang van de kinderen mogelijk te maken. De spanningen tussen de ouders zorgen voor gevoelens van onveiligheid bij de kinderen. Duidelijk is dat de vader een grote rol speelt in deze spanningen maar vertrouwen in de hulpverlening ontbreekt. Dat heeft tot gevolg dat het een uitdaging wordt om ook de vader hierbij te betrekken. Als de situatie tussen de ouders samen niet verbeterd kan worden, bijvoorbeeld omdat de vader hulp afhoudt, is het in ieder geval van belang dat de moeder hulp krijgt om weerbaarder te worden, zodat zij minder afhankelijk van de vader wordt. Tegelijkertijd moet niet uit het oog worden verloren dat de vader aangeeft dat het voor hem te veel is. Er moet voor worden gewaakt dat de vader de deur naar de hulpverlening dicht doet omdat hij overvraagd wordt. En hoewel op het gebied van de spanningen en de communicatie tussen de ouders en het aansluiten bij wat de kinderen nodig hebben, van vader mag worden verwacht dat hij zich inzet om daar stappen in te maken, ziet de kinderrechter ook een betrokken vader. De vader gaat immers, ondanks zijn gezondheidsproblemen, elke doordeweekse dag om 4.30 uur naar de moeder om ervoor te zorgen dat de kinderen niet alleen hoeven zijn als de moeder heel vroeg in de ochtend gaat werken. Gelet op de zorgen die er zijn over de spanningen en de moeizame communicatie tussen de ouders is hulpverlening in het gedwongen kader noodzakelijk. Daarom verlengt de kinderrechter de ondertoezichtstelling van [minderjarige 1] en [minderjarige 2] voor de duur van een jaar, zodat er zicht blijft op de hulpverlening van de kinderen en er gewerkt kan worden aan de verschillende doelen.
5.3.
De kinderrechter verklaart de beslissing uitvoerbaar bij voorraad, zoals is verzocht. Dat wil zeggen dat de beslissing direct geldt, ook als iemand in hoger beroep gaat.

6.De beslissing

De kinderrechter:
6.1.
verlengt de ondertoezichtstelling van [minderjarige 1] en [minderjarige 2] tot 5 juni 2026;
6.2.
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 27 mei 2025 door mr. A.P. de Klerk, kinderrechter, in aanwezigheid van mr. I.J.C. Eikelenboom als griffier, en op schrift gesteld op 11 juni 2025.
Tegen eindbeslissingen in deze beschikking is hoger beroep mogelijk bij het gerechtshof Den Haag. Hiervoor is een advocaat nodig. Wie kunnen hoger beroep instellen:
  • degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
  • andere belanghebbenden, binnen drie maanden na de betekening van deze beschikking of binnen drie maanden nadat zij op andere wijze daarvan kennis hebben genomen.

Voetnoten

1.Artikel 1:260 BW.