ECLI:NL:RBDHA:2025:10742
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- D. Bruinse - Pot
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen maatregel van bewaring in vreemdelingenrechtelijke procedure
Op 23 juni 2025 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak tussen een eiser en de minister van Asiel en Migratie. De zaak betreft een beroep tegen een besluit van de minister, waarbij aan de eiser op 4 juni 2025 de maatregel van bewaring is opgelegd op grond van artikel 59, eerste lid, aanhef en onder a, van de Vreemdelingenwet 2000. Eiser heeft tegen dit besluit beroep ingesteld, dat tevens als verzoek om schadevergoeding moet worden aangemerkt. Tijdens de zitting op 17 juni 2025, die via een beeldverbinding plaatsvond, was eiser aanwezig met zijn gemachtigde, terwijl de minister vertegenwoordigd was door zijn gemachtigde.
De rechtbank heeft in haar overwegingen beoordeeld of de minister voldoende voortvarend werkt aan de uitzetting van eiser. Eiser betoogde dat er onvoldoende inzicht was in de voortgang van zijn uitzetting, omdat hij niet op de hoogte was van de stand van zaken omtrent de aanvraag van een laissez-passer bij de Sri Lankaanse autoriteiten. De rechtbank oordeelde echter dat de minister voldoende voortvarend werkt, aangezien er op 13 juni 2025 een positief bericht van de Sri Lankaanse autoriteiten was ontvangen, waarin de nationaliteit en identiteit van eiser waren bevestigd. De rechtbank concludeerde dat de beroepsgrond van eiser niet slaagde.
Daarnaast heeft de rechtbank ambtshalve getoetst of er andere redenen waren om tot een ander oordeel te komen, maar vond geen grond om te concluderen dat de rechtmatigheidsvoorwaarden voor de maatregel niet waren voldaan. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en wees ook het verzoek om schadevergoeding af. Er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. D. Bruinse - Pot, rechter, in aanwezigheid van mr. I.S. Pruijn, griffier, en is openbaar gemaakt op 23 juni 2025. Tegen deze uitspraak kan binnen één week hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.