ECLI:NL:RBDHA:2025:10814
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in asielzaak na uitspraak op beroep
Op 2 november 2024 heeft verzoeker een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. De Minister van Asiel en Migratie heeft deze aanvraag met een besluit van 19 maart 2025 buiten behandeling gesteld. Hiertegen heeft verzoeker beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 2 juni 2025 behandeld, maar verzoeker en zijn gemachtigde hebben zich afgemeld voor de zitting.
Bij uitspraak van 16 juni 2025 heeft de rechtbank in een andere zaak, NL25.14033, uitspraak gedaan op het beroep van verzoeker. Aangezien er inmiddels een uitspraak op het beroep is gedaan, is een voorlopige voorziening niet meer nodig. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening dan ook afgewezen.
De voorzieningenrechter heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. I. Helmich, in aanwezigheid van griffier mr. B.J. van Rossum, en is openbaar gemaakt op 16 juni 2025. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.