ECLI:NL:RBDHA:2025:10926

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
3 juni 2025
Publicatiedatum
23 juni 2025
Zaaknummer
C/09/685726 / JE RK 25-935
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging gesloten jeugdhulp voor minderjarige met ernstige opgroei- en opvoedingsproblemen

Op 3 juni 2025 heeft de kinderrechter in de Rechtbank Den Haag een beschikking gegeven in de zaak van Stichting Jeugdbescherming West Zuid-Holland, betreffende een machtiging voor gesloten jeugdhulp voor een minderjarige, geboren in 2008 in de Democratische Republiek Congo. De kinderrechter heeft eerder op 23 mei 2025 en 26 mei 2025 al voorlopige beslissingen genomen om de minderjarige uit huis te plaatsen in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp, vanwege ernstige zorgen over haar ontwikkeling en veiligheid. De minderjarige kampt met verslavingsproblematiek en emotionele problemen, waardoor haar veiligheid niet langer gewaarborgd kon worden in een open setting. De kinderrechter heeft vastgesteld dat er geen minder ingrijpende mogelijkheden zijn om de problemen van de minderjarige te behandelen en heeft daarom de gesloten machtiging verleend voor de duur van de ondertoezichtstelling, tot 14 november 2025. De kinderrechter heeft benadrukt dat het van belang is dat de minderjarige gemotiveerd blijft om aan haar problemen te werken en dat er een duidelijk plan van aanpak komt voor haar behandeling en dagbesteding.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Familie- en Jeugdrecht
Zaaknummer: C/09/685726 / JE RK 25-935
Datum uitspraak: 3 juni 2025
Beschikking van de kinderrechter over een machtiging gesloten jeugdhulp
in de zaak van
de gecertificeerde instelling
Stichting Jeugdbescherming west Zuid-Holland,
hierna te noemen de GI,
over
[de minderjarige], geboren op [geboortedatum] 2008 in [geboorteplaats] , Democratische Republiek Congo,
hierna te noemen [de minderjarige] ,
advocaat mr. J. Looman te Den Haag.
De kinderrechter merkt als belanghebbende aan:
[de moeder],
hierna te noemen de moeder,
wonende in [woonplaats] .

1.Het verdere verloop van de procedure

1.1.
Op 23 mei 2025 heeft mr. O.F. Bouwman, kinderrechter in deze rechtbank, mondeling (buiten kantooruren) beslist dat:
- de gecertificeerde instelling is gemachtigd [de minderjarige] gedurende dag en nacht uit huis te plaatsen in een accommodatie van een jeugdhulpaanbieder van 23 mei 2025 tot 26 mei 2025 om 17:00 uur;
- deze beslissing tot zover uitvoerbaar bij voorraad is;
- de behandeling van het verzoek voor het overige werd aangehouden tot het verzoek, met nadere onderbouwing, schriftelijk bij de rechtbank was ingediend.
1.2.
De kinderrechter in deze rechtbank heeft bij beschikking van 26 mei 2025 een spoedmachtiging verleend [de minderjarige] gedurende dag en nacht uit huis te plaatsen in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp tot 6 juni 2025. De behandeling van het verzoek is voor het overige aangehouden.
1.3.
De kinderrechter neemt de volgende stukken ook mee in de beoordeling:
- de beschikking van 26 mei 2025 en de daarin genoemde stukken;
- de instemmende verklaring van de gedragswetenschapper van 2 juni 2025.
1.4.
Op 3 juni 2025 heeft de kinderrechter de zitting met gesloten deuren voortgezet. Daarbij waren aanwezig:
- [de minderjarige] met haar advocaat;
- de moeder;
- [naam] , een vertegenwoordiger van de GI.
1.5.
De kinderrechter heeft [de minderjarige] naar haar mening gevraagd. [de minderjarige] heeft hierover een gesprek gevoerd met de kinderrechter. Tijdens de zitting heeft de kinderrechter samengevat wat [de minderjarige] heeft verteld. De aanwezigen hebben daarop kunnen reageren.

2.De feiten

2.1.
Voor een overzicht van de feiten verwijst de kinderrechter naar de beschikking van 26 mei 2025.

3.Het verzoek

3.1.
De GI verzoekt een machtiging te verlenen om [de minderjarige] uit huis te plaatsen in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp voor de duur van zes maanden.
3.2.
De GI heeft het verzoek, kort en zakelijk weergegeven, als volgt onderbouwd. [de minderjarige] wordt al langere tijd in haar ontwikkeling bedreigd doordat ze zichzelf in gevaar brengt met haar middelengebruik. [de minderjarige] kampt met trauma’s waarvoor zij nog niet de juiste behandeling heeft gehad omdat haar verslavingsproblematiek de afgelopen periode op de voorgrond heeft gestaan. [de minderjarige] heeft ook al lange tijd geen zinvolle dagbesteding gehad waardoor zij zich verveelt en nog meer getriggerd wordt om weg te lopen en alcohol en drugs te gebruiken. Recent is [de minderjarige] zes weken vermist geweest waarbij er zorgen waren over eventuele loverboyproblematiek. Hierdoor kon haar veiligheid niet langer worden gewaarborgd op de open groep. De gesloten setting is nodig om het risico op weglopen en middelengebruik te verkleinen, [de minderjarige] te stabiliseren en haar zinvolle dagbesteding, school en behandeling voor verslaving en trauma te bieden. Op korte termijn staat een startgesprek bij [instelling] gepland en zal verder worden gekeken naar het plan van aanpak en passende dagbesteding en onderwijs. In de zomer is er ook een dagprogramma bij [instelling] . Verder zal worden gekeken of een plaatsing bij [behandelgroep] op termijn passend is voor [de minderjarige] . Dit is een behandelgroep van Youz waar verdere intensieve en gespecialiseerde traumabehandeling geboden kan worden. Vanuit de gesloten setting en de behandelgroep bij Youz kan worden toegewerkt naar begeleid wonen. Hiervoor is het wel van belang dat [de minderjarige] gemotiveerd blijft om aan haar verslavingsproblematiek en trauma’s te werken, anders is dat niet haalbaar. Gelet op de stappen die nog moeten worden gezet en de intensieve behandeling die [de minderjarige] nodig heeft is de gesloten machtiging nodig voor de duur van de ondertoezichtstelling.

4.De standpunten

4.1.
Door en namens [de minderjarige] is, kort en zakelijk weergegeven, naar voren gebracht dat zij sinds zij bij [instelling] verblijft geen middelen meer heeft gebruikt. [de minderjarige] wil graag dagbesteding en naar school zodat zij zich niet gaat vervelen. Verder staat [de minderjarige] open voor traumabehandeling en wil zij uiteindelijk toewerken naar begeleid kamer wonen. De advocaat heeft benadrukt dat [de minderjarige] perspectief nodig heeft om gemotiveerd te blijven. Er dient zo snel mogelijk een duidelijk plan van aanpak te komen zodat [de minderjarige] aan haar trauma’s en verslaving kan werken. [de minderjarige] wil liever geen gesloten plaatsing, maar begrijpt dat dit nodig is om te stabiliseren en aan zichzelf te werken en voert daarom geen verweer.
4.2.
De moeder heeft, kort en zakelijk weergegeven, naar voren gebracht dat het de afgelopen periode ondanks de ondertoezichtstelling en uithuisplaatsing alleen maar slechter is gegaan met [de minderjarige] . De moeder kon nergens terecht en het duurde lang voordat er hulpverlening van de grond kwam. Inmiddels is er een jeugdbeschermer betrokken bij het gezin waarmee de samenwerking goed verloopt. De moeder vindt het belangrijk dat [de minderjarige] veilig is en dat zij de behandeling en zorg krijgt die zij nodig heeft. De gesloten plaatsing is op dit moment nodig om [de minderjarige] stabiel te krijgen en ervoor te zorgen dat zij geen middelen gebruikt zodat zij aan zichzelf kan werken. De moeder hoopt dat [de minderjarige] gemotiveerd blijft en het beter met haar zal gaan.

5.De beoordeling

5.1.
De kinderrechter is van oordeel dat jeugdhulp noodzakelijk is in verband met ernstige opgroei- of opvoedingsproblemen die de ontwikkeling van [de minderjarige] naar volwassenheid ernstig belemmeren. Deze problemen maken dat het verblijf in een gesloten accommodatie noodzakelijk en geschikt is om te voorkomen dat [de minderjarige] zich onttrekt aan de jeugdhulp die zij nodig heeft of daaraan door anderen wordt onttrokken. Het is niet gebleken dat er minder ingrijpende mogelijkheden zijn om deze problemen te behandelen. [1]
5.2.
De kinderrechter overweegt daartoe dat de zorgen over de ontwikkeling en de veiligheid van [de minderjarige] de afgelopen periode ernstig zijn toegenomen. [de minderjarige] kampt met emotionele en psychotische problematiek waarvoor zij intensieve traumabehandeling nodig heeft, maar hier komt zij door haar verslavingsproblematiek en wegloopgedrag niet aan toe. Ondanks de veiligheidsafspraken en de inzet van één-op-één begeleiding op de open groep liep [de minderjarige] regelmatig weg waarbij zij overmatig middelen gebruikte en zichzelf in onveilige situaties bracht. [de minderjarige] is een kwetsbaar en beïnvloedbaar meisje waarbij het risico op misbruik door anderen groot is en er zijn grote zorgen over met wie zij dan is. Binnen de open setting is het niet gelukt om de negatieve patronen te doorbreken en de zorgen te verminderen waardoor de veiligheid van [de minderjarige] niet langer kan worden gewaarborgd. De kinderrechter acht het gesloten kader nodig om [de minderjarige] te kunnen stabiliseren en het (risico op) middelengebruik en weglopen te verminderen zodat zij de structuur, rust en ruimte krijgt om aan haar trauma’s te kunnen werken. Daarbij is het van belang dat [de minderjarige] zinvolle dagbesteding en onderwijs volgt bij [instelling] en haar perspectief wordt geboden zodat zij gemotiveerd blijft om aan zichzelf te werken. Ter zitting is ook besproken dat als [de minderjarige] gestabiliseerd is, een tijd geen middelen heeft gebruikt en de eerste stappen heeft kunnen zetten ten aanzien van haar (trauma)behandeling, een opname bij de behandelgroep [behandelgroep] mogelijk passend is. Daarna zou toegewerkt kunnen worden naar begeleid kamer wonen, wat ook de wens is van [de minderjarige] . Gelet op de wachtlijsten bij [behandelgroep] en dergelijke kamertrajecten verzoekt de kinderrechter aan de GI om [de minderjarige] hiervoor alvast aan te melden zodat zij kan doorstromen zodra zij daar klaar voor is. Gelet op de complexiteit van de problematiek en de stappen die [de minderjarige] nog moet zetten zal de kinderrechter de gesloten machtiging toewijzen voor de duur van de ondertoezichtstelling, te weten tot 14 november 2025. De kinderrechter gunt [de minderjarige] en de moeder de komende periode de rust en stabiliteit die zij nodig hebben en hoopt dat [de minderjarige] de motivatie kan blijven vinden om aan zichzelf en haar toekomst te werken.
5.3.
De kinderrechter machtigt de GI om [de minderjarige] uit huis te plaatsen in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp voor de duur van de ondertoezichtstelling, te weten tot 14 november 2025.

6.De beslissing

De kinderrechter:
6.1.
verleent een machtiging om [de minderjarige] uit huis te plaatsen in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp met ingang van 6 juni 2025 tot 14 november 2025.
Deze beslissing is gegeven en in het openbaar uitgesproken op 3 juni 2025 door mr. N.B. Haverhoek, kinderrechter, in aanwezigheid van mr. V.A.H. Schoorl als griffier, en op schrift gesteld op 4 juni 2025.
Tegen eindbeslissingen in deze beschikking is hoger beroep mogelijk bij het gerechtshof Den Haag. Hiervoor is een advocaat nodig. Wie kunnen hoger beroep instellen:
  • degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
  • andere belanghebbenden, binnen drie maanden na de betekening van deze beschikking of binnen drie maanden nadat zij op andere wijze daarvan kennis hebben genomen.

Voetnoten

1.Artikel 6.1.2, tweede lid, Jeugdwet (Jw).