In deze beschikking van de kinderrechter van de Rechtbank Den Haag, gedateerd 27 mei 2025, wordt de ondertoezichtstelling van een minderjarige verlengd voor een periode van zes maanden. De kinderrechter heeft de zaak behandeld in het kader van de ondertoezichtstelling van de minderjarige, geboren in 2012, die onder toezicht staat van de Stichting Jeugdbescherming West Haaglanden. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de ontwikkeling van de minderjarige ernstig wordt bedreigd, onder andere door een langdurige afwezigheid van school en het ontbreken van contact met de vader. De moeder en stiefvader van de minderjarige hebben hun bezorgdheid geuit over de situatie en de rol van de gecertificeerde instelling. De kinderrechter heeft de argumenten van de moeder en de vader gehoord, waarbij de vader zijn frustratie heeft geuit over het gebrek aan communicatie van de gecertificeerde instelling. De kinderrechter heeft geconcludeerd dat, hoewel er vooruitgang is geboekt in de schoolgang van de minderjarige, de ondertoezichtstelling noodzakelijk blijft om de ontwikkeling van de minderjarige te waarborgen. De kinderrechter heeft de ondertoezichtstelling verlengd tot 28 november 2025 en de beschikking uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de beslissing onmiddellijk van kracht is, ook als er hoger beroep wordt ingesteld. De beschikking is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier, mr. M.I. Klijn, en is op schrift gesteld op 10 juni 2025.