Deze uitspraak betreft de afwijzing van een gevraagde dwangsom wegens niet tijdig beslissen door de Intergemeentelijke Sociale Dienst (ISD) Bollenstreek. Eiser, die een aanvraag voor een gehandicapten-parkeerkaart had ingediend, was van mening dat de ISD te lang had gewacht met het nemen van een beslissing. De rechtbank heeft de zaak beoordeeld aan de hand van de beroepsgronden die eiser had aangevoerd. De rechtbank concludeert dat de ISD de dwangsom terecht heeft afgewezen. Eiser had op 10 augustus 2023 een aanvraag ingediend, maar de ingebrekestelling die hij op 3 oktober 2023 indiende, was prematuur omdat de beslistermijn nog niet was verstreken. De rechtbank legt uit dat een ingebrekestelling die wordt ingediend voordat de beslistermijn is verstreken, niet kan worden aangemerkt als een ingebrekestelling in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Hierdoor is er geen dwangsom verschuldigd en is het beroep van eiser ongegrond verklaard. Eiser krijgt geen gelijk en moet ook de proceskosten zelf dragen. De uitspraak is gedaan door mr. M. van Paridon op 30 mei 2025.