ECLI:NL:RBDHA:2025:11048

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
24 juni 2025
Publicatiedatum
24 juni 2025
Zaaknummer
C/09/686893 / KG RK 25-806
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Wraking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wraking van de rechter in een civiele procedure na einduitspraak

Op 24 juni 2025 heeft de meervoudige wrakingskamer van de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een wrakingsverzoek van een verzoeker. Het verzoek tot wraking was gericht tegen mr. N.F.H. van Eijk, de rechter die eerder op 5 juni 2025 een einduitspraak had gedaan in de hoofdzaak tussen verzoeker en de Autoriteit Persoonsgegevens. In deze hoofdzaak werden de verzoeken van de verzoeker afgewezen. Het wrakingsverzoek werd ingediend op 15 juni 2025, na de einduitspraak, en was daarmee niet-ontvankelijk verklaard. De wet staat geen wraking toe na een einduitspraak in de hoofdzaak. De wrakingskamer merkte op dat een wrakingsverzoek alleen kan worden ingediend tegen een individuele rechter die de hoofdzaak behandelt, en niet tegen de griffier of de gehele griffie. De beslissing werd openbaar uitgesproken en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze uitspraak.

Uitspraak

Rechtbank den haag

Wrakingskamer
wrakingnummer 2025/35
zaak- /rekestnummer: C/09/686893 / KG RK 25-806
Beslissing van 24 juni 2025
van de meervoudige wrakingskamer van de rechtbank op het verzoek van
[verzoeker] ,
wonende te [woonplaats] ,
hierna te noemen: verzoeker,
strekkende tot de wraking van
mr. N.F.H. van Eijk,
rechter in deze rechtbank,
hierna te noemen: de rechter.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de uitspraak van de rechter van 5 juni 2025 en
- het schriftelijke wrakingsverzoek van 15 juni 2025, per e-mail ingekomen bij de klachtencoördinator van de rechtbank op 15 juni 2025 en doorgestuurd naar de griffie van de wrakingskamer op 16 juni 2025.

2.Het wrakingsverzoek

2.1.
Het verzoek strekt tot wraking van de rechter, de griffier en de gehele griffie van de afdeling Kanton van de rechtbank Den Haag in de zaak met zaaknummer 11589655 \ RP VERZ 25-50164 tussen verzoeker en de Autoriteit Persoonsgegevens (hierna: de hoofdzaak). De rechter heeft in deze zaak op 5 juni 2025 uitspraak gedaan. De uitspraak houdt in dat de door verzoeker ingediende verzoeken zijn afgewezen. Na de uitspraak heeft verzoeker zijn wrakingsverzoek ingediend.

3.De beoordeling

3.1.
Het verzoek is gedaan nadat de rechter in de hoofdzaak einduitspraak heeft gedaan. De wet voorziet echter niet in de mogelijkheid van wraking nadat einduitspraak is gedaan in de zaak van verzoeker. Om die reden kan verzoeker niet in het wrakingsverzoek worden ontvangen. Voor een behandeling van het verzoek ter terechtzitting bestaat geen reden. Het in de wet opgenomen recht op een mondelinge behandeling is door de wetgever bedoeld voor het debat over de gegrondheid van het verzoek, maar aan dat debat wordt gezien het vorenstaande niet toegekomen.
Ten aanzien van de wraking van de griffier en de gehele griffie van de afdeling Kanton van de rechtbank Den Haag
3.2.
Wellicht ten overvloede merkt de wrakingskamer nog op dat uit artikel 36 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering volgt dat een wrakingsgrond gelegen moet zijn in feiten of omstandigheden die de persoon van de rechter betreffen. Hieruit volgt dat een wrakingsverzoek alleen kan worden ingediend tegen een individuele rechter die de hoofdzaak behandelt. Voor zover het wrakingsverzoek is gericht tegen de griffier en de gehele griffie van de afdeling Kanton van de rechtbank Den Haag is dus geen sprake van een wrakingsverzoek in de zin van de wet.

4.De beslissing

De wrakingskamer:
4.1.
verklaart verzoeker niet-ontvankelijk in het wrakingsverzoek;
4.2.
beveelt dat (een afschrift van) deze beslissing met inachtneming van het bepaalde bij artikel 39, derde lid, van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering wordt toegezonden aan:
• de verzoeker;
• de wederpartij in de hoofdzaak;
• de rechter.
Deze beslissing is gegeven door mrs. S.M. Krans, A.M.A. Keulen en A.M. Boogers, in tegenwoordigheid van de griffier mr. M.L. van Nooijen-Kühler en in het openbaar uitgesproken op 24 juni 2025.
de griffier de voorzitter
Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.