ECLI:NL:RBDHA:2025:11048
Rechtbank Den Haag
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Wraking van de rechter in een civiele procedure na einduitspraak
Op 24 juni 2025 heeft de meervoudige wrakingskamer van de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een wrakingsverzoek van een verzoeker. Het verzoek tot wraking was gericht tegen mr. N.F.H. van Eijk, de rechter die eerder op 5 juni 2025 een einduitspraak had gedaan in de hoofdzaak tussen verzoeker en de Autoriteit Persoonsgegevens. In deze hoofdzaak werden de verzoeken van de verzoeker afgewezen. Het wrakingsverzoek werd ingediend op 15 juni 2025, na de einduitspraak, en was daarmee niet-ontvankelijk verklaard. De wet staat geen wraking toe na een einduitspraak in de hoofdzaak. De wrakingskamer merkte op dat een wrakingsverzoek alleen kan worden ingediend tegen een individuele rechter die de hoofdzaak behandelt, en niet tegen de griffier of de gehele griffie. De beslissing werd openbaar uitgesproken en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze uitspraak.