ECLI:NL:RBDHA:2025:11052
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening in asielzaak met betrekking tot verantwoordelijkheid Bulgarije
In de zaak met zaaknummer NL25.23055 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 20 juni 2025 uitspraak gedaan. De zaak betreft een verzoeker die een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd heeft aangevraagd, maar wiens aanvraag niet in behandeling is genomen door de Minister van Asiel en Migratie. De minister heeft dit besluit genomen op basis van de stelling dat Bulgarije verantwoordelijk is voor de behandeling van de aanvraag. De verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 3 juni 2025 behandeld, samen met een andere zaak (NL25.23054). In de uitspraak van diezelfde dag is het beroep van de verzoeker behandeld, waardoor de voorzieningenrechter heeft geconcludeerd dat een voorlopige voorziening niet meer nodig is. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening dan ook afgewezen.
De uitspraak is gedaan door mr. B. Fijnheer, in aanwezigheid van griffier S.N. Lekatompessij. De uitspraak is openbaar gemaakt op 20 juni 2025, en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.